Reacties waterschappen en provincies op stikstofzaak: ‘bezorgd’
De Nederlandse waterschappen vrezen dat de recente stikstofuitspraak negatieve gevolgen heeft voor hun werkzaamheden. De provincie Overijssel vindt dat het nu aan het Rijk is om in actie te komen. Gedeputeerde Mirjam Sterk van de provincie Utrecht weet dat de stikstofuitspraak een ‘ongekende impact voor agrariërs’ heeft en nieuwe onzekerheid met zich meebrengt.
De Unie van Waterschappen zegt dat veel projecten voor nieuwe sterke dijken vertraging kunnen oplopen, wat ook nadelig kan zijn voor natuurherstel. Volgens de unie worden door de RvS-uitspraak de mogelijkheden voor de waterschappen beperkt en dat heeft gevolgen voor de voortgang van meerdere projecten.
Interprovinciaal Overleg
Het Interprovinciaal Overleg, waarin alle provincies vertegenwoordigd zijn, zegt in een eerste reactie dat de uitspraak past in een reeks van uitspraken die aangeven dat nu echt werk gemaakt moet worden van de daling van de stikstofneerslag in stikstofgevoelige natuur.
De provincie Overijssel roept het Rijk op om met goede maatregelen en oplossingen te komen om te voldoen aan de stikstofuitspraak van de rechter. “Het Rijk is nu aan zet, we zijn benieuwd naar de uitwerking daarvan”, zegt een woordvoerder van gedeputeerde Gert Harm ten Bolscher (stikstof, SGP). Hij spreekt ook van een stevige uitspraak van de rechter.
Overijssel heeft 24 beschermde Natura 2000-gebieden binnen de provinciegrenzen. “En daar zit ook veel kwetsbare, stikstofgevoelige natuur bij”, aldus de provinciewoordvoerder. “Daarnaast hebben we in Overijssel relatief gezien veel PAS-melders, zij wachten al vijf jaar op een oplossing. We verwachten van het Rijk goede maatregelen, in het belang van de agrarische sector, de leefbaarheid van het platteland, de natuur, waterkwaliteit en de economie.”
Variant op NPLG
De Utrechtse gedeputeerde Mirjam Sterk (natuur en landbouw) is niet verrast door de stikstofuitspraak van de rechtbank in Den Haag, omdat al langer bekend is dat de natuur er slecht aan toe is. “Het is winst dat de rechter dit erkent en het Rijk aanzet tot direct handelen”, aldus Sterk.
De gedeputeerde wijst erop dat alle provincies met het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) een eigen programma hebben ontwikkeld om de natuur te herstellen. Toen het kabinet daar een streep door zette, is Utrecht doorgegaan met een eigen variant. Ze zegt ervan uit te gaan dat het Rijk op korte termijn met stevige maatregelen komt, om duidelijkheid en perspectief te bieden aan agrariërs, woningbouw en de economie op lange termijn.
De provincie Noord-Brabant stelt dat het Rijk ‘nadrukkelijk aanvullende middelen en instrumenten beschikbaar moet stellen.’ Dit om onder meer een duurzaam toekomstperspectief voor boeren te bieden. De provincie zegt dat er geen tijd is voor stilstand. “Het is nu de tijd voor uitvoeren, de tijd voor doen”, aldus het Brabantse bestuur. “En daar hebben we als Brabant de inzet van rijksmiddelen en -instrumenten heel hard bij nodig, omdat we het op deze wijze niet redden.”