PBL: beleid moet strenger om doelen te halen
Het huidige vastgestelde beleid is onvoldoende om de doelen voor natuur, water en klimaat te halen. Dat concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in haar tweejaarlijkse onderzoek naar de Balans van de Leefomgeving.
“Er is een groot gat tussen de doelen die zijn gesteld en de progressie die is geboekt”, zegt directeur Marko Hekkert van Planbureau voor de Leefomgeving. Hij wijt dit aan uitstelgedrag bij de overheid. “Blijkbaar is het heel moeilijk om de urgentie voor lange termijn te vertalen naar beleid voor de korte termijn. Het blijkt heel moeilijk om veranderingen te organiseren”, aldus Hekkert. Het klimaatdossier, met de klimaatwet en het klimaatakkoord, vormen daarbij een uitzondering. Daar komen de doelen wel beter binnen bereik.
Aandacht ontstaat pas bij crisis
De PBL-directeur constateert dat leefomgevingsvraagstukken pas echt aandacht krijgen als er een crisis ontstaat, zoals bij de stikstofaanpak. Daardoor worden doelen niet gehaald en worden te nemen maatregelen steeds pijnlijker, in plaats van wanneer er vroegtijdig beleid wordt ingezet om doelen te halen. “Het is nu tijd om keuzes te maken met oog voor de lange termijn. Dit vraagt om een fundamenteel andere aanpak door de overheid bij het omgaan met grote maatschappelijke transformaties”, aldus Hekkert. Deze keuzes zullen volgens PBL fors ingrijpen in het dagelijks leven.
In de Balans van de Leefomgeving staat dat de kwaliteit van de natuur in agrarisch gebied en in open natuurgebied sinds 1990 is afgenomen. Alleen de natuurkwaliteit in bosgebieden neemt sinds 2000 toe. Met slechts 12% van de natuurtypen en 26% van de plant- en diersoorten gaat het goed. Bij water voldoet 14% aan de eisen voor biologische kwaliteit, 51% is in een matige toestand. Volgens de kaderrichtlijn water moet al het water goede kwaliteit hebben in 2027. Het huidige beleid van het 7e actieprogramma nitraatrichtlijn en de aanvullende derogatieregelgeving is nog niet voldoende om de doelen op het gebied van mineralen te halen, aldus PBL.
Druk op natuurkwaliteit
PBL wijst nadrukkelijk naar de landbouw als grootste veroorzaker van de druk op de natuurkwaliteit, waterkwaliteit en biodiversiteit. PBL doelt daarbij op verdroging door het verlagen van het waterpeil, stikstofdepositie en het verontreiniging van water met nutriënten of gewasbeschermingsmiddelen.
De (melk)veehouderij is binnen de landbouw de belangrijkste veroorzaker van ammoniakemissies, eutrofiëring van het oppervlaktewater en -samen met de glastuinbouw- de grootste landbouwbron van broeikasgasemissies. De akker- en tuinbouwsector veroorzaken binnen de agrarische sector de hoogste toxicologische risico’s door gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.
Landbouwsysteem moet anders
PBL stelt dat de landbouw in de periode van 1990 tot 2010 veel reductie van uitstoot heeft gerealiseerd, met name door technische maatregelen. Daarna stagneert het. Dat komt volgens PBL doordat beleid onvoldoende is aangescherpt, het effect van technische maatregelen tegenviel en de veestapel niet substantieel is afgenomen. Om doelen wel te bereiken, zal volgens PBL het hele landbouwsysteem moeten veranderen. Daarbij is niet alleen de landbouw zelf, maar zijn ook de overheid, supermarkten, agribusiness en de banken aan zet.
PBL erkent dat het vraagstuk heel complex is en dat er tegengestelde belangen zijn. De gebiedsgerichte aanpak via het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) vindt PBL in potentie goed, maar het is wel een risico vanwege de vrijwilligheid in deze werkwijze en de afhankelijkheid van technieken die nog in ontwikkeling zijn. Vanwege de doorlooptijd van het proces zal de gebiedsaanpak onvoldoende zijn om de doelen voor 2030 te halen, concludeert PBL. Om de doelen wel te halen, is het volgens PBL cruciaal dat de opgaven in samenhang worden aangepakt, en dat daarbij maatregelen worden ingezet die bewezen effectief zijn.
Wat zijn de doelen en moeten die overal even hoog zijn. Er is een verschil tussen een klein bergdorpje aan het begin van de maas en rotterdam die kilometers verder stroomafwaarts ligt en waar half europa hun afval in de maas geloosd heeft. Er is nogal een verschil tussen een stadje in noord lapland en barcelona of een andere stad in druk europa. We hebben liggen slapen toen de doelen/ waarden zijn ingevoerd. 18 miljoen inwoners vervuilen nu eenmaal meer dan 30.000. Doelen/ waarden hadden daar afhankelijk van moeten zijn. Overal even schoon kan niet.
Doelen worden niet gehaald. Hier zijn verschillende oorzaken voor te bedenken; 1) de doelen zijn onhaalbaar, 2) de kosten zijn te hoog om via winkelprijzen en belasting binnen te halen, 3) de bevolking is totaal niet geïnteresseerd in het behalen van deze doelen. Met andere woorden de gestelde doelen zijn een idee van een klein groepje mensen die geen idee hebben wat de burger belangrijk vindt. Of zou het met deze eisen nat gaan als met zoveel overheidsbeleid, na enkel jaren niet het gewenste doel te hebben opgeleverd, gaan we over tot het bedenken en implementeren van andere regels en wetten en vergeten de eens zo belangrijke miskleun? Of blijven we in de toekomst de burger bang maken voor wat komen gaat als ze niet doen wat de beleidsmakers zeggen? Hebben we ons niet eeuwen bang laten maken door de Kerkelijke predikers m.b.t. Wat na de dood zou kunnen gebeuren als we ons niet voegden naar hun wensen/eisen. Nu hebben we nieuwe predikers, die het nog bonter maken dan de voorgangers in de Gebedshuizen, Zij voorspellen nl. het einde van de wereld of ten minste van de mensheid als we niet gaan leven volgens hun eisen. Resultaat niet gegarandeerd.
En dan jaren later , net zoals nu met de toeslagen affaire waarin vvd minister kamp , die meermaals flink in de gout is gegaan . tot de conclusie komen het had wel iets anders gekund. Berouw komt na de zonde.