Omvang toekomstige kalverhouderij punt van discussie

Een woordvoerder van het ministerie van landbouw gaat uit van de nationale schaal, terwijl LTO Nederland nadrukkelijk zegt dat het bedoeld is op Noordwest-Europese schaal.

Voorzitter Wim Thus van de vakgroep kalverhouderij van LTO Nederland zegt dat met de zinsnede wordt bedoeld dat de omvang van de kalverhouderij wordt afgestemd op de omvang van de Europese melkveehouderij en niet op de Nederlandse. Dat is volgens hem ook zo aan de sectortafel besproken. “Voor een rendabele en efficiënte kalversector zijn importkalveren nodig. Dat is ook zo besproken.”

Wel import kalveren uit buurlanden

De sector wil wel af van de import van kalveren uit verre landen, zoals de Baltische staten en Polen. Import van kalveren uit buurlanden, Denemarken en Luxemburg moet wel mogelijk blijven, vindt Thus. De grens ligt dan op een straal van zo’n 600 tot 800 kilometer rondom Nederland. De import van Ierse kalveren is nog een discussiepunt. Dat land zit volgens hem met de kalveren omhoog en zal ze toch blijven exporteren. “Maar dan moet alles wel goed en zorgvuldig geregeld worden”, aldus Thus.

Je kan als overheid niet zomaar alle kranen dichtdraaien. Er is vrij verkeer van goederen en diensten

^{Helma Lodders, Vee&Logistiek Nederland}

‘Bal ligt bij het ministerie’

Brancheorganisatie SBK voor de kalversector reageert dat er geen Landbouwakkoord ligt en dat de bal bij het ministerie ligt om tot landbouwbeleid te komen. “We hebben met deze tekst indicaties van het plan, maar we weten ook dat het niet tot resultaat heeft geleid”, zegt een woordvoerder. De organisatie wijst erop dat de kalversector altijd gekoppeld is aan de omvang van de melkveehouderij. “Er staat hier niet dat de omvang gebaseerd moet worden op de Nederlandse melkveestapel. Europa heeft geen grenzen, dus iedereen kan het interpreteren zoals hij wil.”

Wanneer uitgegaan moet worden van de Nederlandse melkveehouderij, betekent dit een halvering van de kalversector. Afgelopen jaar werden volgens RVO 812.000 kalveren geïmporteerd, waarvan 575.000 uit Duitsland, 94.000 uit Ierland, 46.000 uit Denemarken, 31.000 uit België en 22.000 uit Luxemburg. In 2021 werden in totaal 754.000 kalveren geïmporteerd voor de Nederlandse kalversector. In 2020 waren dat er 765.000. Het aantal slachtingen van kalveren in Nederland ligt – op basis van CBS-cijfers – jaarlijks rond de 1,5 miljoen dieren. Daaruit blijkt dat de kalversector zonder importdieren wordt gehalveerd.

VanDrie Group rekent op krimp van 25%

De kalversector staat in de huidige vorm al jaren onder druk. Oud-directeur corporate affaires Marijke Everts van VanDrie Group zei in februari in een interview al rekening te houden met een krimp van 25% richting 2040. Evers noemt daarbij de gevolgen van stikstof- en klimaatbeleid, in combinatie met het beëindigen van de langeafstandstransporten van kalveren, waardoor het bedrijf verwacht alleen nog uit Duitsland en België te kunnen importeren.

Vee&Logistiek vreest niet voor verbod importkalveren

Voorzitter Helma Lodders van Vee&Logistiek Nederland houdt rekening met een forse krimp van de kalversector, mede ook door het grote effect dat de piekbelastersaanpak heeft op de kalversector. Voor een verbod op de import van kalveren vreest ze niet. “Je kan als overheid niet zomaar alle kranen dichtdraaien. Er is vrij verkeer van goederen en diensten.”

Lodders maakt zich wel zorgen over de inzet van landbouwminister Adema om de afspraken met derde landen voor de export van vee te schrappen. “Het ontbreekt echt aan een voedselstrategie”, aldus Lodders. Ze vreest dat de kritische massa voor efficiënte voedselproductie verdwijnt.