Na maanden overleg geen convenant dierenwelzijn

In het Convenant dierwaardige veehouderij zouden afspraken komen over de invulling van een wijziging van de Wet dieren. Dit amendement, gemaakt door de Partij voor de Dieren, kan potentieel grote gevolgen hebben over de manier waarop dieren in de Nederlandse veehouderij gehouden worden. Het amendement verbiedt namelijk een manier van houden van landbouwhuisdieren waarbij het natuurlijk gedrag wordt beperkt.

Dat het nu niet is gelukt om een convenant te sluiten, betreurt minister Adema. Aan de Tweede Kamer schrijft hij: ‘Partijen hebben geconcludeerd dat zij ver gevorderd zijn in hun plannen, maar dat het nu niet mogelijk is te komen tot een volledig samenhangend pakket aan afspraken.’ Een reden hiervoor is dat de overheid momenteel geen langjarige afspraken kan maken over de eventuele financiering daarvan. Het kabinet is immers gevallen afgelopen zomer, waarmee de minister dat eerst met de inmiddels nieuwe samenstelling van de Tweede Kamer zou moeten regelen.

Maatregelen convenant dierenwelzijn

Volgens Adema lag er al wel veel waarover de partijen het eens konden worden. “Er is een concept, maar dat wordt niet gedeeld, voordat het helemaal rond is.” Daarin staan onder andere maatregelen voor:

• meer leef- en bewegingsruimte,
• verbetering diergezondheid en stalklimaat,
• jonge dieren langer bij de moeder,
• eventuele (overdekte) uitloop naar buiten,
• omgevingsverrijking,
• daglicht in stallen,
• uitfaseren van ingrepen in de integriteit van het dier en
• onbeperkt toegang tot voer en water.

Vergunningverlening

Wat volgens de minister ook meespeelt, is de moeizame vergunningverlening. Daarvan ligt de oorzaak onder meer in de stikstofproblematiek, dus daar heeft hij zijn collega-minister Christianne van der Wal bij nodig. Begin volgend jaar moet daarover meer te melden zijn.

Als laatste ziet Adema dat boeren de extra investeringen om het dierenwelzijn op hun bedrijf te verbeteren, moeten kunnen terugverdienen. Hier is een langetermijnplan voor nodig. Daar ligt een taak voor zowel boeren, overheid als de keten, is de constatering.