Femke Wiersma deze week in het commissiedebat over stikstof, NPLG en natuur. – Foto: ANP /Hollandse Hoogte / Robin Utrecht AlgemeenCommentaar

‘Menens met mest en stikstof’

De wittebroodsweken voor het kabinet-Schoof zijn voorbij. Komende weken spant het erom. Prinsjesdag komt eraan en ongeveer tegelijk zou er een uitwerking moeten liggen van het hoofdlijnenakkoord. Voor de landbouw staat er zowel veel op de agenda als op het spel. Naast de begroting zijn dat onder meer het mestbeleid en het stikstofbeleid, die alle twee in een impasse zitten.

Minister Femke Wiersma heeft alvast flink wat daadkracht getoond, op een manier die haar veel goodwill zal opleveren in de sector. Eerst de verlenging van het uitrijseizoen voor mest op grasland. Die was nodig en terecht. Door het gunstige weer is er volop gebruik van gemaakt, zo blijkt. Al heeft dit niet de druk van de mestmarkt gehaald, zo wordt duidelijk uit reacties die Boerderij peilde in de mestmarkt.

Punt voor Wiersma

Afgelopen week kwam er ook ruimte voor maistelers en akkerbouwers. De uiterste zaaidatum voor vanggewassen na mais is drie weken verschoven, evenals de data voor akkerbouwers die bepalen of ze korting krijgen op de volgende mestgift. Hiermee is er nog niet helemaal een eind gekomen aan de gehate ‘kalenderlandbouw’, maar er is toch een flink gat in geschoten. Punt voor Wiersma, zeker vanuit het perspectief van de boerenpraktijk.

Daadkracht is er, nu nog goede plannen

Als klap op de vuurpijl werd afgelopen week bekend dat het hele stikstofbeleid (NPLG) van tafel gaat. Een paar jaar lang zijn provincies koortsachtig bezig geweest om ingewikkelde gebiedsprocessen op touw te zetten, en nu hoeft het niet meer. Dat is wel erg rigoureus, vooral omdat er nog geen alternatief is. Ook op andere terreinen, buiten de landbouw, zijn bewindslieden niet bang om beleid van voorgangers in één keer van tafel te vegen of stop te zetten.

Daadkracht is een goede eigenschap en af en toe moet je korte metten maken. Soms moet je terug naar de basis om iets goeds op te bouwen. Maar daadkracht is meer dan dingen doorstrepen en van tafel vegen. Goede plannen maken voor hoe het dan wel moet, dat hoort er ook bij. En sommige dingen laten zich niet oplossen door een simpel: dat willen we niet. Denk aan PAS-melders, drempelwaardes, vergunningverlening, waterkwaliteit.

Veel geld naar grote boer

Interessant is intussen ook wat er in Brussel gebeurt. Daar is niet alleen een nieuwe Europese Commissie in de maak, er is ook een debat begonnen over het toekomstige Europese landbouwbeleid. Deelnemers aan een zogenoemde strategische dialoog hebben afgelopen week hun visie daarop gegeven. Een opvallend punt daarin is dit. Er gaat nu te veel geld naar grote boeren en te weinig naar de kleine. Dat zou anders moeten. Hoe dat uit zou pakken voor Nederlandse boeren is onduidelijk. Zijn zij groot of klein? Dat is maar hoe je het bekijkt. Dat wordt dus een belangenstrijd waar ieder op zijn tellen moet passen.

Ook een andere suggestie uit die hoek verdient aandacht. Er zou apart beleid moeten komen om de milieudruk van intensieve veehouderij in bepaalde regio’s tegen te gaan, vinden de vele deelnemers aan die dialoog. Het is zaak om nu constructief mee te denken over dat nieuwe landbouwbeleid.

Beheer
WP Admin