Christianne van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof, en Piet Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, tijdens het Debat over het beëindigen van de onderhandelingen over het Landbouwakkoord. - Foto: ANP AlgemeenNieuws

LNV wilde keuze tussen Afrekenbare Stoffenbalans of grondgebondenheid

Het kabinet werkte aan een keuzemogelijkheid voor grondgebondenheid, waarbij boeren de keuze kregen om mee te doen aan de Afrekenbare Stoffenbalans of met de graslandnorm zoals is opgenomen in het concept-Landbouwakkoord. Dat blijkt tijdens het debat in de Tweede Kamer over het geklapte Landbouwakkoord. Op deze manier wilde Adema boeren zelf meer sturing geven om doelen te halen.

Wanneer boeren gebruik zouden maken van doelsturing, zou jaarlijks gemeten moeten worden. Als de tussendoelen dan niet gehaald zouden worden, zou de boer terug moeten naar de GVE-norm (grootvee-eenheid). Het plan was nog niet helemaal af, aldus Adema.

Grondgebondenheid pijnpunt

Grondgebondenheid was een van de pijnpunten bij de overleggen over het Landbouwakkoord. Bij de onderhandelingen over de grondgebondenheid had LNV voor het laatste overleg een alternatief in de achterzak, waarbij boeren konden overstappen van de GVE-norm naar de Afrekenbare Stoffenbalans. Ook had LNV nog met alternatieve graslandnormen willen komen die dicht bij de doelsturing in de buurt kwamen. “Maar ook daar is het helaas niet meer toe gekomen”, zegt Adema met enige frustratie over het opstappen van LTO voordat LNV met haar nieuwe voorstellen kwam.

De landbouwminister heeft in de onderhandelingen LTO meermaals gevraagd om met een eigen plan voor grondgebondenheid te komen. Het voorstel dat LTO had, was volgens Adema niet concreet genoeg. Grondgebondenheid werd volgens hem niet eens genoemd.

Angst voor nieuwe knelgevallen

De weg naar grondgebondenheid gaat wel door. SGP’er Roelof Bisschop is daar bezorgd over en vreest nieuwe knelgevallen, zoals bij het fosfaatrechtenstelsel. Adema had dat willen voorkomen. Hij wil daarbij niet dat boeren die jaren de mogelijkheid hebben gekregen om intensiever te produceren, nu geconfronteerd worden met grondgebondenheid.

Los van de overgangstermijn, wilde Adema naast de boeren gaan staan om te kijken wat nodig is voor hen om de omslag te maken. Vooral in intensieve gebieden, waaronder Noord-Brabant en de Gelderse Vallei wil Adema juist heel specifiek maatwerk leveren. “We hebben zorgplicht voor deze boeren. Dat realiseren we ons heel goed”, aldus Adema. “Het kabinet was bereid om zich tot het verst uit te trekken om dit voor elkaar te krijgen.” De graslandnorm die doortelt tot 0,35 was het voorstel van het kabinet. Hoewel sommige kabinetsleden liever een strengere norm wilden, heeft Adema zijn collega’s kunnen overtuigen van deze norm.

Tjeerd de Groot (D66) vindt de grondgebondenheidsnormen zoals genoemd in het conceptakkoord – van 0,25 tot 0,33 of 0,35 hectare grasland per GVE, nauwelijks effect heeft. ”Die kan ook een negatief effect hebben, namelijk dat je de productie per koe ontzettend gaat opvoeren. Dat willen we dus niet”, aldus De Groot.

Beheer
WP Admin