Kalversector wil antibioticagebruik halveren
De vleeskalverhouderij wil de komende jaren stappen zetten in het verbeteren van de diergezondheid. Dat bleek uit een presentatie van Ruth Bouwstra, vicevoorzitter Stichting Brancheorganisatie Kalverhouderij (SBK), tijdens de jaarvergadering van de Vereniging van Kalverhouders.
In haar presentatie nam Bouwstra een voorschot op het sectorplan dat binnenkort wordt gepresenteerd. Op het gebied van gezondheid streeft de sector naar een verbetering van de longgezondheid. In 2028 moet er 20% minder afwijkingen aan de slachtlijn worden geconstateerd. Het antibioticagebruik moet in 2032 met 50% worden gereduceerd ten opzichte van 2022. Het aantal dierdagdoseringen (ddda) lagen in het referentiejaar op 19 ddda voor blank vleeskalverbedrijven, 69,2 ddda voor rosé startbedrijven en 4,8 voor rosé afmestbedrijven.
Kalveren van BVD- en IBR-vrije melkveebedrijven
Vanuit dat oogpunt wil de sector alleen nog maar kalveren opzetten afkomstig van BVD- en IBR-vrije melkveebedrijven. Ook moet het herkomstbedrijf over een salmonella-gunstige status beschikken. Vrijwel alle Nederlandse melkveebedrijven voldoen aan deze voorwaarden. Verder wordt er gekeken of elk kalf voorzien kan worden van een controle/gezondheidspaspoort waarin aspecten als navel, biestverstrekking, soort verstrekte melk, eventuele vaccinaties, verstrekking ruwvoer en algehele gezondheid worden opgenomen.
Ook op welzijnsgebied worden stappen gezet. Zoals inzet van sensoren om herkauwactiviteit en vreet/rustgedrag te monitoren. Door middel van onderzoek moeten daarvoor normen worden gesteld waaraan 95% van de kalveren op een bedrijf moeten voldoen. Met het huidige Hb-gehalte worden geen gezondheidsproblemen meer gezien. Het zou suboptimaal niveau kunnen zijn, maar het vraagt lef vanuit de sector om dit verder te onderzoeken.