Industrie verwerkt minder Nederlandse aardappelen

De verwerking van Nederlandse aardappelen ligt in de eerste vijf maanden op een van de laagste niveaus in meer dan tien jaar. In totaal is dit seizoen 885.000 ton fritesaardappelen van Nederlandse bodem verwerkt. Alleen in 2015 werden in de periode van juli tot en met november nog iets minder Nederlandse aardappelen verwerkt. Zelfs in coronajaar 2020 was de verwerking van Nederlandse aardappelen nog een fractie groter dan nu.

Na piek zakt importstroom

De verwerking van importaardappelen liet tot en met 2017 jaarlijks een toename zien in de eerste vijf maanden van het seizoen. Na de piek in 2017 zakte de importstroom wat in, maar na de coronaproblemen werd in 2021 de stijgende lijn weer opgepakt. Vorig jaar hadden omringende landen echter te maken met een magere aardappeloogst. Vandaar dat de verwerking van importaardappelen in dat jaar wat terugzakte. Dit jaar is sprake van een groeispurt en neemt de verwerking van buitenlandse aardappelen toe tot 718.000 ton in de eerste vijf maanden.

De verwerking van Nederlandse aardappelen slinkt in deze periode van start tot en met november naar 885.000 ton. Het aandeel Nederlands product in de totale verwerking van 1,6 miljoen ton zakt daarmee naar 55%. Het belang van import in de verwerking stijgt zodoende naar 45%. Normaal gesproken schommelen deze percentages zo rond de 60% wat het Nederlandse product betreft en 40% voor importaardappelen.

Importstroom vrij constant

Opvallend dit jaar is ook dat de importstroom vrij constant is geweest. Op de invoer van juli na dan. Doordat de nieuwe oogst in de vroege gebieden in het buitenland eerder op gang komt dan de oogst in Nederland, levert de import in juli een relatief groot aandeel. Maar vanaf augustus tot en met november varieert de import van 135.000 ton aan de onderkant in augustus tot 144.000 ton aan de bovenkant in september. Alleen in 2017 waren de verschillen per maand nog kleiner dan nu.

Lees ook: Fritesverwerking zet vol in op Nederlandse aardappelen