Partner
Foto: MSD Animal Health PluimveePartner

In ovo-vaccinatie met vectorvaccins

In ovo-vaccinatie is een vaccinatietechniek, waarbij een kippenembryo op dag 18 (dag -3) van het broedproces wordt gevaccineerd. Deze vaccinatie vindt dus plaats in het ei, voordat de eieren overgeplaatst worden naar de uitkomstkast.

In landen met grote pluimvee-integraties, zoals de Verenigde Staten, Brazilië en Spanje, kreeg in ovo-vaccinatie tegen Marek al snel de voorkeur boven gangbaar vaccineren via injectie, omdat de arbeidskosten die gepaard gaan met vaccinatie tegen Marek zo fors verlaagd werden. Sindsdien zijn er verschillende in ovo-vaccins tegen andere pluimveeziekten, zoals Gumboro, Newcastle Disease (NCD) en Infectieuze laryngotracheïtis (ILT) ontwikkeld.1

Niet alle in-ovo vaccins zijn hetzelfde

Met de introductie van nieuwe multivalente in ovo-vaccins krijgt in ovo-vaccinatie de laatste 4 à 5 jaar steeds meer draagvlak binnen de Nederlandse vleeskuikensector. Toch is het belangrijk om te beseffen dat niet alle in ovo-vaccins hetzelfde zijn. Er is een onderscheid te maken tussen immuuncomplex-vaccins en vectorvaccins (ook wel recombinant vaccins genoemd).

Tekst gaat door onder de afbeelding

Bron: MSD Animal Health
Bron: MSD Animal Health

Wat is een immuuncomplex-vaccin?

Een immuuncomplex-vaccin bevat net zoals klassieke levende vaccins een levend vaccinvirus, in tegenstelling tot een vectorvaccin, dat bestaat uit een dragervirus dat onderdeeltjes van een virus ‘draagt die verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van de afweer. Een immuuncomplexvirus kan zich uiteindelijk verspreiden in een stal.

Virus in immuuncomplex-vaccin kan zich spreiden in de stal

Om een immuuncomplex-vaccin te maken, wordt aan een levend vaccinvirus een antiserum toegevoegd. Bij het mengen van deze twee wordt het levende vaccinvirus ‘gecoat’ met antistoffen, waardoor er een immuuncomplex wordt gevormd. Deze ‘coating’ vormt als het ware een mantel om het vaccinvirus en schermt het virus af, waardoor de vaccinvirussen niet weggevangen worden door antistoffen verkregen van de moeder via het ei (maternale antistoffen).

Geleidelijk aan ‘slijt’ de coating, terwijl tegelijkertijd ook de maternale afweerstoffen verdwijnen. Hierdoor kan het vaccinvirus dan ‘vrij’ gaan circuleren in het lichaam en net als een klassiek levend vaccinvirus de ontwikkeling van antistoffen bij het kuiken in gang zetten.
Het virus in een immuuncomplex vaccin zal zich dus ook kunnen spreiden in de stal en op het bedrijf.2,3,4

Wat is een vectorvaccin?

Een vectorvaccin bevat een dragervirus, de vector, die een klein stukje van een virus of bacterie ‘draagt’. Na vaccinatie gaat de afweer tegen deze kleine stukjes van een of meerdere ziekteverwekkers een gerichte bescherming opbouwen. Daarnaast wordt er als bonus ook bescherming opgebouwd tegen het virus of de bacterie die als vector gebruikt wordt. Hierdoor is het dus niet langer nodig het dier in contact te brengen met het complete (levende) virus of de complete bacterie waartegen je bescherming wil opwekken, zoals bij klassieke levende vaccins of immuuncomplex vaccins.

Vectorvaccin kan beschermen tegen meerdere ziekteverwekkers

Een vector wordt zorgvuldig gekozen, het is een levend(e) virus of bacterie, die geen ziekte veroorzaakt bij het doeldier. Een vector wordt zo aangepast dat het een klein stukje van één of meerdere ziekteverwekkers bij zich draagt. Eén vectorvaccin kan tegenwoordig bescherming opwekken tegen twee of drie ziekteverwekkers.

Dit onderscheidt vectorvaccins van de levende vaccins, waarbij voor iedere pluimveeziekte een apart vaccin nodig is. Doordat slechts het ‘actieve’ stukje van een virus of bacterie aan het kuiken wordt toegediend, en geen complete levende kiem, zal een kip ook niet belast worden door dit stukje. Daarnaast kunnen deze ‘actieve’ stukjes niet spreiden in de stal of naar de omgeving.6

Tekst gaat door onder de afbeelding

Bron: MSD Animal Health
Bron: MSD Animal Health

Bij in ovo-vaccins wordt veelal HVT (kalkoenen herpesvirus) gebruikt als een vector voor stukjes van bijvoorbeeld een Gumboro-, NCD- en/ of ILT-virus. Deze stukjes van het virus zetten de gastheer aan tot het produceren van antistoffen.1,4,5 HVT verspreidt zich niet naar andere kippen, zoals het klassieke Marek-virus5. Dit virus blijft bovendien levenslang aanwezig in het kuiken waardoor een herhalingsvaccinatie niet meer nodig is. Bij sommige vectorvaccins wordt een pokkenvirus als vector gebruikt.

Veel voordelen voor de vleeskuikenhouder:

  • Een vleeskuikenhouder hoeft voor de ziekte van Gumboro geen enting meer uit te voeren in de stal en hoeft dus ook geen entdatum meer te bepalen.
  • De kuikens kunnen bij aankomst op het bedrijf al gevaccineerd zijn tegen ND waarbij de pluimveehouder voldoet aan de ND-vaccinatieverplichting zonder een of twee keer te vaccineren op het bedrijf.
  • Het belangrijkste voordeel is dat de kuikens op het bedrijf bijvoorbeeld geen ND- en Gumboro-vaccinaties meer nodig hebben zodat ze ongestoord kunnen eten, drinken en groeien.
  • Elk kuiken krijgt dezelfde, correcte dosis toegediend en begint nog voor uitkomst met het opbouwen van afweer en immuniteit.
  • Rollende entreacties zijn verleden tijd.
  • In ovo-vaccinatie ontzorgt je als pluimveehouder en biedt jouw koppel optimale bescherming tegen ND, IBD, ILT en/of Marek (afhankelijk van het gebruikte vaccin).
  • Minder arbeidsdruk.

Referenties

1. V.E.J.C. Schijns, S. van de Zande, B. Lupiani, S.M. Reddy (2014), Practical Aspects of Poultry Vaccination, Avian Immunology Second Edition), p. 345-362

2. C.A. Ricks, A. Avakian, T. Bryan, R. Gildersleeve, E. Haddad, R. Ilich, S. King, L. Murray, P. Phelps, R. Poston. C. Whitfill, C. Williams (1999), In Ovo Vaccination Technology, Advances in Veterinary Medicin, vol. 41

3. S.H.M. Jeurissen, E.M. Janse, P.R. Lehrbach, E.E. Haddad, A. Avakian, C.E. Whitfill (1998), The working mechanism of an immune complex vaccine that protects chickens against infectious bursal disease, Immunology, 95, 494-500

4. M.S. Abdul-Cader, V. Palomino-Tapia, A. Amarasinghe, H. Ahmed-Hassan. U. De Silva Senapathi, M.F. Abdul-Careem (2018), Hatchery vaccination against poultry viral diseases: potential mechanisms and limitations, Viral Immunology, vol. 31. no. 1, p. 23-33

5. P.J.A. Sondermeijer, J.A.J. Claessens, P.E. Jenniskens, A.P. A. Mockett*, R.A.J. Thijssen, M.J. Willemse, R.W. Morgan (1993), Avian herpesvirus as a live viral vector for the expression of heterologous antigens, Vaccine, vol. 11, issue 3, 349

6. F. Prandini, B. Simon, A. Jung, M. Pöppel, S. Lemiere, S. Rautenschlein (2016), Comparison of infectious bursal disease live

vaccines and a HVT-IBD vector vaccine and their effects on the immune system of commercial layer pullets, Avian Pathology, 45:1, 114-125

7. R.E. Gough, D.J. Alexander (1973), The Speed of Resistance to Challenge Induced in Chickens Vaccinated by Different Routes with a B1 Strain of Live NDV, The Veterinary Record, Mat 26th

Meer weten over producten van MSD Animal Health voor pluimvee? Klik hier.

Beheer
WP Admin