Steven loopt in Amerika mee op een enorm bedrijf met 3.300 koeien. ‘In Nederland was ik gewend aan 90 tot 150 koeien.’ - Foto's: Charles Keijser BoerenlevenAchtergrond

‘Ik zag het bedrijf en dacht: wat gróót!’

Steven Drent loopt in Amerika mee op een enorm bedrijf met 3.300 koeien. ‘In Nederland was ik gewend aan 90 tot 150 koeien.’

Zijn schooldiploma heeft hij al. In die zin is zijn verblijf in Amerika geen echte stage. Het is eerder ervaring opdoen in een land waar de veehouderij zo anders is dan Nederland. Steven Drent keek zijn ogen uit toen hij het bedrijf in Deckerville, in de staat Michigan, voor het eerst zag. “We kwamen de oprit op rijden en ik dacht: wat gróót!”

Hij is niet van boerenkomaf. Zijn vader, die overleden is, was voeradviseur en straks zal Steven het ook zijn. “Het zit een beetje in de genen denk ik.” In zijn vrije tijd werkte hij als zzp’er bij melkveehouders in de buurt van zijn woonplaats Emmer-Compascuum. “90 tot 150 koeien, dat was ik gewend. Op het bedrijf waar ik nu werk, zijn het er ruim 3.000.”

Amerika-fan

Hij is niet voor het eerst in Amerika. Tijdens zijn studie Dier- en Veehouderij volgde hij een module International Farm Management. Onderdeel daarvan was een kijkje over de grens. Met een klasgenoot toog hij naar de Amerikaanse staat Washington. Ze zaten er intern bij enkele Amerikaanse veehouders en keken hun ogen uit. “Het was een avontuur. Ik bleek een soort van Amerika-fan en ik wist: hier wil ik nog een keer terugkomen, maar dan voor langere tijd.”

Na het behalen van zijn diploma in juli vorig jaar, voegde hij de daad bij het woord. Via het DAJK kwam hij in contact met de familie Eggink in Michigan. Hendrik en Annemarie emigreerden in 2002 vanuit de Achterhoek en bouwden de afgelopen 20 jaar een flink melkveebedrijf op. “Ik stuurde ze een appje en ze vonden het meteen goed dat ik kwam.”
Overzicht ven een van de stallen. In het beging vroeg Steven zich af hoe hij zicht moest krijgen op zoveel van alles. Inmiddels heeft hij het reilen en zeilen aardig in d egaten.
Overzicht ven een van de stallen. In het beging vroeg Steven zich af hoe hij zicht moest krijgen op zoveel van alles. Inmiddels heeft hij het reilen en zeilen aardig in de gaten.

Warm bad

Het was voor Steven een bewuste keuze om te willen werken bij een familie van Nederlandse komaf. “Mijn Engels is prima, maar met iemand uit Nederland praat het toch makkelijker, omdat die weet en begrijpt hoe het in Nederland gaat.”

Nadat het contact was gelegd, ging de rest snel. Steven boekte een ticket en vloog naar Detroit, waar hij afgehaald zou worden voor een autorit van 2,5 uur naar de boerderij. “Daar stond ik dan met mijn koffertje te wachten op iemand die ik nog nooit had gezien. Het was best spannend.” Gelukkig was er meteen een klik met Hendrik Eggink en zijn familie. “Het zijn zulke aardige mensen. Ik logeer bij hen in huis en ben echt opgenomen in hun gezin. Het voelt als een warm bad. Ik ben er heel erg dankbaar voor.”

Steven bij de jonge kalfjes. In de iglo's zitten ze er comfortabel bij ondanks de winterkou.
Steven bij de jonge kalfjes. In de iglo’s zitten ze er comfortabel bij ondanks de winterkou.

Snel aan de slag

Snel na aankomst ging hij aan de slag op het bedrijf. Hij liep mee met het personeel en vroeg zich de eerste dagen af of hij het ooit zou leren. “Zoveel koeien, zoveel afdelingen, zoveel dit, zoveel dat. De schaalgrootte is hier niet te vergelijken met die in Nederland. Wij vinden 500 koeien al heel veel, hier zijn die aantallen niets bijzonders. Hendrik heeft 3.000 koeien aan de melk op twee locaties. Er zijn ook nog 300 droge koeien en 2.800 stuks jongvee.”

Ook de sneeuw is meer dan in Nederland. “Ik las dat er in Nederland een paar centimeter was gevallen en dat er code geel was afgekondigd. Op dit moment ligt er hier in Deckerville 20 centimeter en het blijft maar sneeuwen. Het vriest ook flink, 18 graden. Daar zijn ze hier helemaal op ingesteld. In de melkstal staat een kachel en in de stallen zijn de gordijnen dicht. Doordat er veel koeien in staan, blijft het boven nul. Alleen de vloer is soms iets bevroren. En de machines? Die staan in een verwarmde werkplaats waar ze met hulp van druppelladers probleemloos starten.” En ja, er is ook tijd voor sneeuwpret. “We knopen de slee achter de trekker en dan trek ik de jongste kinderen rond. Hartstikke leuk.”

Steven Drent werkt een halfjaar op een groot melkveebedrijf in Amerika.  Sneeuw schuiven is aan de orde van de dag. 'Ik hoorde dat er in Nederland code geel was bij een paar cm. Hier ligt 20 cm en er is niks aan de hand.'
Steven Drent werkt een halfjaar op een groot melkveebedrijf in Amerika. Sneeuw schuiven is aan de orde van de dag. ‘Ik hoorde dat er in Nederland code geel was bij een paar cm. Hier ligt 20 cm en er is niks aan de hand.’

6.000 kilometer van huis

Van heimwee heeft hij geen last. “Er is hier zoveel te doen en er gebeurt zoveel, ik heb daar helemaal geen tijd voor. Het scheelt denk ik wel dat ik veel contact heb met het thuisfront. We appen en bellen regelmatig. Daardoor ben je je er niet echt van bewust dat je 6.000 kilometer van huis bent.”

Steven is in de vier maanden dat hij nu meeloopt, al flink ingewerkt. “Ik begin te begrijpen hoe het allemaal gaat. Het helpt dat ik de vliegende kiep ben. Waar het nodig is, spring ik bij. Zo leer ik alle afdelingen goed kennen.” Tot zijn dagelijkse werk behoort onder andere het voeren van de kalveren en de koeien. Ook loopt hij mee met de veearts voor de preg-scans. De wat? Steven lacht: “Preg is een afkorting van pregnant. Preg-scans zijn drachtigheidscontroles.”

Alles behalve melken

Eigenlijk doet Steven alles behalve melken. “Dat wordt gedaan door twaalf Mexicanen. Ze wonen in twee bedrijfswoningen en melken in ploegendienst 24 uur per dag. Ze spreken alleen maar Spaans, nauwelijks Engels. Van ons spreekt niemand Spaans. Communiceren doen we met Google Translate en als er een keer een wat grotere bespreking is, komt er een tolk.”

Voor de overige personeelsleden is dat niet nodig. Dat zijn Amerikanen en zij spreken Engels. Zij doen de overige werkzaamheden waar Steven vaak bij aansluit. Zoals ook mest uitrijden. “Dat gebeurt hier het hele jaar door, mits het kan. Er is niet zoals in Nederland een periode waarin het niet mag.”

Mest uitrijden gaat bovengronds en gebeurt in principe het hele jaar door. Er is geen uitrijperiode zoals in Nederland.
Mest uitrijden gaat bovengronds en gebeurt in principe het hele jaar door. Er is geen uitrijperiode zoals in Nederland.

Andere sfeer dan in Nederland

Hij noemt nog een verschil: de mestopslag. Geen afsluitbare silo’s, zakken of bassins, maar ‘lagoons.’ “Dat zijn als het ware grote vijvers waar ze de gier in laten lopen. Geen coating eronder, geen zeil erop, maar gewoon een kuil in de grond. Stikstof, mineralen en al die dingen, daar zijn ze hier niet zo mee bezig. Er is hier geen groene beweging.”

Hoe dat voelt? Steven denkt even na en zegt dan: “Het is eerlijk gezegd een verademing. Ik ben helemaal niet tegen regels en aandacht voor het milieu, maar het ondernemerschap heeft er in Nederland wel onder te lijden. In Amerika kun je nog echt ondernemer zijn. De bevolking heeft ook veel respect voor boeren, dat merk je aan alles. De sfeer is echt totaal anders dan in Nederland.” Dan lachend: “Ik zou hier best wel kunnen aarden.”

Dat is geen hint naar een eventuele emigratie. Voorlopig niet in elk geval. Eind maart vliegt Steven terug naar Nederland. “Het zal wel een flinke overgang zijn”, verwacht hij. “Maar het zal ook fijn zijn om mijn familie en vrienden weer te zien en aan mijn baan te beginnen. En Amerika? Daar kom ik vast nog wel een keer.”

Nog een overzicht over de kalveriglo's, het lijkt wel een dorp op zich.

Alles is hier een maatje groter dan in Nederland, ook de veetrailers.

Melken gaat 24 uur per dag door. 12 Mexicaanse medewerkers wonen in 2 bedrijfswoningen en draaien ploegendiensten.

De gordijen zorgen ervoor dat het binnen in de stal vorstvrij blijft ook al vriest het buiten 18 graden of meer.

Overleg in het kantoor. Links Hendrik Eggink die in 2002 met zijn gezin emigreerde naar Michigan. Hij begon met 110 koeien. Nu zijn het er 3.300.

Hier is goed te zien hoe enorm groot en hoog de kuilbulten zijn.

Voer halen gaat de hele dag door. Het bedrijf heeft 800 hectare in gebruik voor ruwvoerwinning en is daarmee voor tweederde zelfvoorzienend.

De fik er in. Afval verbranden is geen probleem in Michigan.

Er zijn wel een paar regels in Michigan. Nadat de mest is uitgereden moet het met de cultivator licht ingewerkt worden.

Reacties

  1. kostprijs van producten o.a melk is wel iets lager dan bij ons??????? wij ( de eu boeren en de nederlandese nog meer) zijn door de overheid geperst in een te klein corset,,,,,

Beheer
WP Admin