AlgemeenAchtergrond

Franz Fischler: ‘Ik zie in de hoge voedselprijzen een grote bubbelfactor’

Als Eurocommissaris begeleidde hij de liberalisering van de Europese landbouw. Nu, terwijl de wereldvoedselmarkt danig ontwricht is, stelt Franz Fischler zich kandidaat als baas van de FAO. Om de markt beter te laten functioneren pleit hij voor versterking van de termijnhandel en voor het disciplineren van de financiële markten.

Vanuit zijn kantoor in Tirol bevestigt Franz Fischler de zorgen over de voedselprijzen en de voedselcrisis. Als oorzaken wijst hij naast reële tekorten en toegenomen vraag nadrukkelijk op de invloed van speculatie en slecht functionerende markten. ”Ik zie in die hoge prijzen een hoge bubbelfactor, net als in 2008. En na het opblazen van zo’n zeepbel volgt de neergang, en die wordt mogelijk desastreus.”

Hoe ziet u die invloed van speculatie op de prijzen?
”Je moet onderscheid maken tussen verschillende vormen. De traditionele vorm van speculatie op agrarische markten werkt stabiliserend. Op de termijnmarkt gaat het om termijncontracten voor aan- of verkoop van goederen. Deze markt ondersteunt de internationale prijszetting. Het probleem is dat we in Europa meer dan dertig termijnbeurzen hebben. De Amerikaanse beurzen hebben de leiding. Als we hier een belangrijker rol willen spelen bij de internationale prijsvorming, dan moet dat aantal drastisch naar beneden. Het beste is om naar één Europese termijnmarkt te gaan.
Derivaten zijn financiële producten die via de normale beurs verhandeld worden, of gewoon buiten de beurs om. Het aantal grondstoffen-derivaten is de laatste jaren dramatisch gestegen en draagt bij aan de toegenomen prijsvolatiliteit. Er zijn regels nodig om de negatieve effecten van deze derivaten te beperken.
Dat is niet iets voor de FAO. Het is iets voor het wereldwijde financiële bouwwerk, of op zijn minst voor betere financiële regels in Europa.”

Wat moet er verder gebeuren om de voedselmarkt gezonder te krijgen?
”Omdat er veel oorzaken zijn, is een set aan oplossingen nodig. Ten eerste is dat betere discipline voor de financiële markten. De G20 heeft vorig jaar al maatregelen aangekondigd, maar sindsdien is er niet veel gebeurd. De Franse president Sarkozy zet daar nu toch druk op en dat is goed.
Daarnaast hebben we te doen met de gevolgen van de toegenomen prijsvolatiliteit. Het idee van de Europese Commissie met een soort nationaal fonds is erg het bestuderen waard. En tenslotte is het erg belangrijk om de prijsvorming transparanter te maken.
Al met al is er zeker een actieve rol voor overheden weggelegd.”

Pleit u ook voor het aanleggen van buffervoorraden?
”Lage voorraden zijn een extra stimulans voor speculaties, maar niet de belangrijkste oorzaak. Daarom moet je voorzichtig zijn met de conclusie dat publieke voorraden de speculatie automatisch zouden verminderen.”

Een Amerikaanse beursgoeroe zei vorige week in Amsterdam dat boeren allemaal in dure auto’s gaan rijden binnenkort. Hoe ziet het er volgens u uit voor de inkomens?
”De EU voorziet de komende tien jaar hogere prijzen dan de afgelopen decennia. Dat is een trendbreuk. Maar de prijzen van productiemiddelen zoals olie en kunstmest zullen ook stijgen. Die hogere prijzen zullen dus niet meteen ook hoger inkomen opleveren. Wat het effect wel zal zijn, is pure speculatie en daar waag ik me niet aan.”

Het EU-beleid is in de periode dat u commissaris was, geliberaliseerd. Werpt de wereldvoedselsituatie nieuw licht op de vraag of voedselmarkten wel of niet gereguleerd moeten worden?
”Ik zou zeggen het werpt nieuw licht op het onderwerp internationale handel. Doordat we er niet in geslaagd zijn die Doha-ronde door te komen, zijn de problemen verergerd. Zoals Pascal Lamy (voorzitter WTO, red.) zegt: goede handelsregels zijn deel van de oplossing en niet van het probleem. De leidende landen in de wereld moeten het initiatief nemen. Wat nodig is, is politieke daadkracht.”

Biobrandstof en voedselzekerheid, is daar ook een probleem?
”Ja. Voedsel en voer moeten absolute prioriteit hebben. Ik zie geen goede toekomst voor brandstofproductie uit traditionele landbouwgewassen zoals graan. Je ziet het nu al. We spreken van 10 procent biobrandstof, maar in werkelijkheid hebben we minder dan 3 procent en daarvan komt een aanzienlijk deel ook nog uit ontwikkelingslanden.
Dit is dus geen goede strategie. Op zijn best is het een overgangsfase. Brandstof uit stro of andere reststromen, dat heeft wel zin. We moeten investeren in onderzoek in die richting. Eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de huidige biobrandstofproductie in Europa zo laag is dat ze de wereldvoedselmarkt niet schaadt. Anders dan in Amerika, waar eenderde van de maisproductie erin gaat.”

Dus die 10 procent wordt niet gehaald?
”Niet zolang we niet in staat zijn om de tweede generatie biobrandstoffen te ontwikkelen.”

Die tweede generatie concurreert niet met voedselproductie?
”Als je restproducten gebruikt niet. Maar gebruik je land puur voor energieproductie, dan zit je weer in de eerste generatie.”

Naar de zuivel: wat zegt u tegen mensen die denken dat de quotering na 2015 niet afgelopen is?
”Helaas moet ik zeggen dat dit niet meer op de agenda staat. Er is een grote meerderheid van de lidstaten die zegt dat we na 2015 geen quotasysteem meer zullen zien. Het houdt op.”

De EU is uitgebreid toen u commissaris was. De nieuwe lidstaten worden nu assertief en willen meer gelijkheid in de hoogte van toeslagen. Uw reactie?
”De commissie denkt ook in die richting. Maar totale gelijkschakeling zoals sommigen in Polen en elders verwachten, dat is onmogelijk. Ik zie niet hoe je een politieke overeenkomst zou kunnen krijgen waarbij iedereen hetzelfde krijgt.”

U bent kandidaat-topman voor de FAO. Waar wilt u de nadruk op leggen?
”Het primaire doel van de FAO is natuurlijk om de honger te verminderen. Hoe de wereld te voeden met een groeiende bevolking in tijden van klimaatverandering, ongelijke verdeling enzovoort. De echte uitdaging is hoe dat te doen. Een paar jaar geleden is een fundamentele hervorming van de FAO-organisatie ingezet. In de EU sta ik bekend als iemand die hervormingen kan doorvoeren. En ik heb agrarische expertise en netwerk. Vraag is natuurlijk of de FAO een Europeaan wil hebben.”

Tot slot, wat is uw boodschap aan Nederlandse boeren?
”In mijn visie moeten die focussen op die dingen waarin ze wereldwijd het meest concurrerend zijn. Dat zijn met name bloemen en andere tuinbouw. Varkens? Ik weet niet zeker of Nederland daarin het meest concurrerend is. Ik zie ook de Denen. Bij varkens en zuivel, producten die een bewerking nodig hebben, daar hangt het van de industrie af. Die moet competitief zijn, en zoveel mogelijk waarde toevoegen. Kijk naar de exportcijfers. De hoeveelheden nemen af, maar de waarde neemt toe. Hoe meer je toevoegt, hoe beter, en ik denk dat de Nederlandse voedselindustrie daar op de goede weg is.”

CV Franz Fischler
1946: geboren in Absam, Tirol, Oostenrijk. Opgegroeid op kleine boerderij.
1985 – ’89: directeur Tiroler landbouwkamer.
1989 – ’94: minister van land- en bosbouw in Oostenrijk.
1995-2004: Europees landbouwcommissaris. Verantwoordelijk voor ingrijpende hervorming van het landbouwbeleid (Agenda 2000, midterm review uit 2003); koppelde productie los van inkomenssteun. In zijn periode traden Oost-Europese lidstaten toe.
Sinds 2005: directeur van eigen consultancybedrijf Franz Fischler Consult, docent aan universiteiten, actief bij verschillende ngo’s (non-gouvernementele organisaties).

Zie ook: Fischler pleit voor één Europese termijnmarkt


Nieuwsbrief Graanmarkt

Schrijf je in voor deze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van noteringen en marktontwikkelingen binnen de graanmarkt.

  • Datumnotatie:MM slash DD slash JJJJ
  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Beheer
WP Admin