Foto: Henk Riswick AlgemeenNieuws

Frankrijk wil Nutri-Score voor dierenwelzijn

Frankrijk wil een einde aan de verwarring rond etiketten over dierenwelzijn. Daarom moet er een Nutri-Score-achtig systeem komen, met A als aan de hoogste eisen en E als aan de minimale wettelijke vereisten is voldaan.

Zo’n systeem moet niet zozeer gebaseerd zijn op de omstandigheden waaronder het dier opgroeit, zoals nu meestal het geval is, maar op wetenschappelijke indicatoren die direct worden gemeten op of bij het dier zelf. Hier moet ook de geschiedenis van de ouders van het dier bij worden betrokken.

Scoringssystemen leiden tot verwarring

Het plan komt van Anses, de Franse inspectiedienst voor voeding, het milieu en veilig en gezond werken. Anses signaleert dat consumenten steeds meer kijken naar de leefomstandigheden van de dieren die ‘gebruikt’ worden om hun voeding te produceren. Europa kent daarom ook steeds meer van deze keurmerken, zoals Beter Leven, Scharrelei of sterrensystemen. Maar de criteria lopen sterk uiteen, wat vaak tot verwarring leidt. Anses deed daarom uitgebreid onderzoek naar een eenduidige wetenschappelijke basis voor het labelen van dierenwelzijn.

‘’De meeste huidige systemen kijken alleen naar de manier waarop het dier wordt gehouden. Maar dat is niet genoeg. Leghennen bijvoorbeeld kunnen wel een legstok hebben, maar als ze die niet gebruiken omdat ze er niet bij kunnen dan draagt dat element niet bij aan hun welzijn,’’ zegt Julie Chiron, coördinator van het project. ‘’Wij bevelen aan om voor de indicatoren vooral te focussen op metingen die op of bij het dier zelf worden gedaan.’’ Uitgangspunt is dan de definitie die Anses zelf al in 2018 heeft opgesteld: ‘’Het welzijn van een dier is haar positieve mentale en fysieke status in relatie tot het vervullen van haar psychologische en gedragsnoden en haar verwachtingen. Dit kan variëren naar gelang de perceptie die het dier zelf heeft van de situatie.’’

Ook eerdere generaties dieren beoordelen

Het expertteam van Anses heeft de factoren rond dierenwelzijn in alle levensfasen geïdentificeerd: de genetische kenmerken, de fok- of mestmethode, de praktijken en training bij de fokker, de huisvesting, transport en slacht. En ook de maatregelen die genomen zijn om het dier van een goede gezondheid te verzekeren en pijnlijke praktijken te beperken. Voor elk van deze onderdelen zijn wetenschappelijke en meetbare criteria opgesteld en ook aanbevelingen om het dierenwelzijn te verbeteren.

Bovendien stelt het Anses-team dat ook gekeken moet worden naar de bedrijven waar de vorige generatie dieren is opgegroeid. ‘’In sommige sectoren komen de fokdieren uit het buitenland en is weinig bekend over hun leefomstandigheden. Wij stellen als criterium voor dat die informatie wel bekend moet zijn. We kunnen niet claimen dat een productieproces het dierenwelzijn respecteert als we niets weten over de omstandigheden van de ouders.’’ Anses stelt tenslotte dat het door haar opgestelde kader ‘in overleg met alle betrokkenen verder ingevuld moet worden naar de kenmerken en eisen van elke specifieke sector.’

Reacties

  1. En wat als een opstal koe beter uit de test komt dan een bio koe? Wordt dat dan gewoon geaccepteerd of moet er dan wat gesleuteld worden aan de cijfers?

Beheer
WP Admin