Koeien op stal, strengere milieuwetgeving zorgt voor extra kosten. - Foto: Bert Jansen RundveeNieuws

Fosfaatzaak tegen Rabobank, gerechtshof zet deur op kier voor knelgeval

In 2014 ging een veehouder een miljoenenlening aan voor uitbreiding van zijn bedrijf. Schond Rabobank toen haar zorgplicht door de veehouder niet te waarschuwen voor een mogelijke productiebeperking door een stelsel voor fosfaatrechten?

Rechtbank Midden-Nederland vond ruim twee jaar geleden van niet. Maar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden zet de deur in een tussenuitspraak nu op een kier naar een mogelijk ander oordeel. Het hof vindt het aannemelijk dat de bank niet heeft gewaarschuwd voor de mogelijke invoering van productiebeperkende maatregelen, zoals een fosfaatrechtenstelsel, en de risico’s die dat meebracht voor de ondernemer. En mogelijk had dat toch wel gemoeten. Het hof geeft Rabobank gelegenheid om tegenbewijs te leveren.

Grote lening Rabobank voor forse uitbreiding veehouder

De veehouder in kwestie kreeg in 2014 een lening van ruim € 1,1 miljoen voor een forse uitbreiding van het bedrijf. Het ging om de aankoop van grond en uitbreiding van de veestapel van 110 naar 199 stuks melkvee, 39 vleesstieren en 141 stuks vrouwelijk jongvee. De lening werd op 23 oktober 2014 getekend. Op 2 juli 2015, de peildatum voor de invoering van fosfaatrechten, was de veestapel nog niet gegroeid tot de beoogde omvang. Daarom kreeg het bedrijf maar fosfaatrechten voor 111 koeien. Het werd ook niet erkend als knelgeval.

De veehouder stapte vervolgens naar de rechter om schade te verhalen op de bank. Als onderbouwing voert hij aan dat de Rabobank hem had moeten waarschuwen in het kader van de zorgplicht die zo’n grote financiële instelling heeft voor haar klanten. Rechtbank Midden-Nederland oordeelde begin 2021 dat de Rabobank niets te verwijten valt. Iedereen wist eind 2014 dat er mogelijk iets zou komen, maar niemand wist wat precies en wanneer. Ook de Rabobank niet. De veehouder ging in hoger beroep.

Tussenvonnis van 31 oktober

Het Gerechtshof beoordeelt de zaak in een tussenuitspraak van 31 oktober net iets anders. In de gespreksverslagen van Rabobank en klant is niet terug te vinden dat de bank de veehouder expliciet op de risico’s van productiebeperkende maatregelen heeft gewezen. Tegelijk bleek tijdens de zitting dat de Rabobank voor zichzelf wel degelijk beleid had om dit risico op te vangen. “Ze verwerkte dat risico in de reserveringscapaciteit en in de marge van de betrokken kredietofferte”, aldus de rechter.

Het Hof concludeert daaruit: “Deze verklaring wijst erop dat Rabobank deze risico’s ten behoeve van haar eigen positie indekte, maar hieruit blijkt op zichzelf niet dat haar beleid ook inhield dat zij haar klanten beoogde te beschermen tegen de gevaren van eigen lichtzinnigheid of gebrek aan inzicht door klanten te waarschuwen voor dergelijke risico’s.”

Eerder diende dit onderwerp al voor het CBb, het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Daar kreeg een groep klagende ondernemers geen gelijk.

Rabobank is gevraagd om een reactie, maar geeft die niet omdat het om een tussenvonnis gaat.

Reacties

Beheer
WP Admin