Europese Commissie kritisch op Nederlands mestplan
De Europese Commissie tikt landbouwminister Femke Wiersma op de vingers vanwege haar mestbeleid. De Commissie zet grote vraagtekens bij de versoepelingen die Wiersma heeft aangekondigd en benadrukt dat de huidige situatie van de waterkwaliteit en de problemen met stikstof bij natuur een ‘effectieve en overtuigende aanpak’ nodig heeft. Dat mist de Commissie bij de huidige aanpak.
Hoewel de Europese Commissie positief is over de aangekondigde beëindigingsregelingen voor boeren, is de Commissie zeer bezorgd of de overige maatregelen wel voldoende effect hebben op het verminderen van de milieudruk en het behalen van de doelen van de nitraatrichtlijn. Ook vindt de Europese Commissie het nogal voorbarig dat de minister in haar beleid vooruit loopt op mogelijke aanpassingen van de nitraatrichtlijn.
Inzet gericht op schrappen 170 kilo stikstof
De directeur-generaal van de Europese Commissie erkent dat er een herziening gaande is, maar dat er nog geen besluit is gevallen over eventuele aanpassingen. De inzet van Wiersma is erop gericht om de norm van 170 kilo stikstof uit dierlijke mest per hectare te schrappen uit de nitraatrichtlijn, zodat boeren weer meer mest op eigen land kunnen uitrijden.
De Europese Commissie zet daarnaast grote vraagtekens bij de concrete versoepelingsmaatregelen. De Commissie wil van de minister weten of er onderzoek is geweest naar het effect van het versmallen van de derogatievrije zone van 250 naar 100 meter rondom stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden en om hoeveel hectare landbouwgrond het gaat. Het voorgenomen plan om te onderzoeken of er gebieden in Nederland niet langer aangewezen hoeven te worden als nitraatgevoelig gebied, geniet evenmin weinig vertrouwen bij de Commissie.
Ook wil de Commissie weten wat het effect is van het aanpassen van de norm voor gasvormige verliezen op het naleven van de NEC-richtlijn voor het verminderen van ammoniakemissie. Daarnaast vraagt de Commissie wat de promotie van de mestexport en investeringen in meer mestverwerking voor gevolgen heeft voor de ammoniakemissie.
Verlenging periode mest uitrijden
Minister Wiersma verlengde dit najaar ook de uitrijperiode voor dierlijke mest vanwege de natte weersomstandigheden. De Commissie reageert hier ook kritisch op: “Zijn de gevolgen voor de nitraatuitspoeling onderzocht op percelen waar dierlijke mest na het groeiseizoen is uitgereden?” Ook vraagt de Commissie welke extra maatregelen zijn genomen in de strijd tegen de verhoogde druk op mestfraude.
Ook het recent aangenomen voorstel voor (verhoogde) afroming bij de handel in fosfaat- en dierrechten om onder de nieuwe mestproductieplafonds te komen, roept grote twijfel op bij de Commissie. De commissie vraagt waarom het huidige plan de reductiedoelen wel haalt, terwijl de Raad van State al oordeelde dat de maatregelen in het oorspronkelijke plan van Wiersma’s voorganger Adema al onvoldoende waren.
In haar brief aan de Tweede Kamer schrijft Wiersma de vragen netjes te zullen beantwoorden. De vragen waren bij eerdere gesprekken met de Europese Commissie ook al ter tafel gekomen, maar zijn nu op hoog ambtelijk niveau schriftelijk gesteld. Wiersma zegt de Europese Commissie te verzekeren van de Nederlandse inzet om op tijd te voldoen aan gemaakte afspraken en de verplichtingen. Daarnaast wil ze de Commissie ook wijzen op de grote zorgen die er in Nederland leven over de effecten van het verlies van derogatie op het boerenerf.