De Jonge (CDA) wil nieuwe woningen ook op landbouwgrond

Hoewel De Jonge tijdens het debat erkent dat hij liever alleen binnenstedelijk zou bouwen, omdat ‘we in dat veel te drukke landje van ons’ open ruimte nodig hebben, zegt hij dat het niet anders kan dan dat er woningen in de groene ruimte gebouwd gaan worden. “We hebben gewoon woningbouwlocaties nodig. Het tekort is zo groot dat we het ons niet kunnen veroorloven om woningbouwlocaties die wel mogelijk zijn, te laten liggen”, vindt De Jonge.

Daarnaast wekt hij de indruk dat het landbouwareaal best kan krimpen. “We hebben heel veel gras. We hebben meer ruimte voor koeien in Nederland dan ruimte voor mensen. Het is dus niet zo dat ieder stukje gras in Nederland daadwerkelijk te beschermen natuur is”, zegt hij tijdens een interruptiedebat met Partij voor de Dieren-Kamerlid Eva van Esch. Zij maakt zich ernstig zorgen dat de bouwplannen ten koste gaan van natuur.

‘Bouwen langs de randen versterkt leefbaarheid’

Volgens De Jonge kan het bouwen langs de rafelige randen van dorpskernen de natuurwaarde juist versterken. Hij pleit daarom voor een praktische invulling, door te bouwen waar het kan, waar het de natuurwaarden niet schaadt en waar het de uitgangspunten van water en bodem niet schaadt. Dit kan bovendien de leefbaarheid van het platteland versterken, omdat er in dorpen vaak een woningtekort is waardoor jongeren er weg trekken.

Hij wil daarbij ook niet heel hard zeggen dat het om bouwen op landbouwgrond gaat. “Is dat dan “bouwen op de landbouwgrond”? Nee, dat hoeft ook niet. Het is gewoon een stukje gras aan de rand van het dorp. Ja, het zal best dat er hier en daar een paar schapen op zitten, maar het is niet zo dat de kern van het landbouwbedrijf daar aan de rand van het dorp ligt”, aldus De Jonge.

De Jonge: balans tussen landbouw en natuur

De Jonge stelt dat landbouw en natuur in balans moeten zijn, waarbij rekening wordt gehouden met voedselzekerheid en economie.

Tijdens de begrotingsbehandeling uitte SGP-Kamerlid Roelof Bisschop zijn zorgen over het behoud van landbouwgrond en de beschikbaarheid van voldoende zoet water voor de landbouw, zoals vermeld in de Nota Ruimte.

Streven naar een duurzame balans tussen landbouw en natuur

Volgens De Jonge moet de Nota Ruimte zorgen voor een evenwicht tussen landbouw en natuur, waarbij water en bodem centraal staan. “Droogte, verzilting of een tekort aan zoet water hebben grote gevolgen voor de toekomst van de landbouw,” zegt de minister. Hij benadrukt dat de huidige uitstoot soms te hoog is en dat dit gecorrigeerd moet worden. De Jonge is ook een voorstander van kringlooplandbouw. “Overmatig gebruik van meststoffen verstoort het ecosysteem. We moeten streven naar een duurzame balans tussen landbouw en natuur,” stelt hij tijdens het debat. Als voorbeeld noemt hij de Peel, waar de uitstoot van de veehouderij aanzienlijk moet worden verminderd. “Maar dat betekent niet dat er in heel Brabant geen plaats meer is voor varkenshouderij.”

De Jonge: vruchtbare grond goed beschermen

De Jonge, minister voor het CDA, benadrukt dat het niet alleen gaat om de ecologische integratie van de landbouw. Er moet ook aandacht zijn voor voedselzekerheid. “Gezien de huidige druk op sommige delen van het land door droogte en verzilting, moeten we vruchtbare landbouwgronden die we in de toekomst kunnen gebruiken, goed beschermen.” Het kabinet werkt aan een raamwerk voor de bescherming van landbouwgrond, wat zal leiden tot een hoofdstructuur voor landbouw in de Nota Ruimte. De Jonge benadrukt ook het economische belang van de sector. Tijdens het Kamerdebat roemt hij de innovatieve landbouwsector. “We mogen deze sector niet verliezen. We moeten voorzichtig zijn met beslissingen die de landbouw op de lange termijn economisch onhaalbaar maken,” zegt de minister. Volgens De Jonge is een economisch perspectief voor de landbouw essentieel voor de leefbaarheid van het platteland.