Francesca van Rossum. - Foto's: Fred Libochant BoerenlevenInterview

‘Dat ik boerin werd, was toch een beetje Boer zoekt vrouw’

Tijdens een stage kon ze het wel érg goed vinden met de boer. Van het één kwam het ander. Nu is Francesca boerin en straks staat ze ook als juf voor de klas.

“Ik moet straks nog even naar een pasgeboren stierkalfje dat nog niet wil drinken”, zegt Francesca van Rossum. Ze is op de boerderij in Haastrecht (Z.-H.) verantwoordelijk voor de kalfjes en ze doet de dieradministratie.

Ze komt niet uit een boerengezin, maar raakte geïnspireerd door de verhalen van haar opa die voor FrieslandCampina werkte. Tijdens haar stage bij de firma Aantjes had ze het super naar haar zin en boer Martijn nam haar vaak mee op de trekker naar het Utrechtse dorp Cabauw. Daar wordt het jongvee opgefokt.

Francesca: “Hij was lief en betrokken en toen groeide er wat. Het was toch een soort Boer zoekt vrouw.” Na haar stage bleef ze op het bedrijf komen. Tijdens een wandeling met de hond sprak ze haar gevoelens voor Martijn uit: “Wat moeten we nou? Ik was verliefd, maar bracht het heel voorzichtig,” herinnert ze zich.

Inmiddels wonen ze vijf jaar samen. Dit najaar beginnen ze met de verbouwing van het achterhuis, zodat ze daar kunnen gaan wonen. En dan willen ze op termijn ook graag trouwen en kinderen. Maar ze wil absoluut blijven werken. Van huis uit heeft ze meegekregen dat ze haar eigen boontjes moet doppen. “Anders blijf je zo op het erf hangen. Het contact met collega’s vind ik ook echt belangrijk.”

De jongste op het erf

Vriend Martijn is twintig jaar ouder dan zij en dat geldt ook voor zijn compagnons Theo en Wilma. Francesca is dan ook de jongste op het erf en het is volgens haar wonderbaarlijk hoe goed ze erbij past. “Iedereen had hier al zijn taken. De zorg voor de kalveren bleek vacant, dus sprong ik in dat gat.”

Haar opleiding Dier- en veehouderij in Delft maakte ze niet af. Ze struikelde over de exacte vakken. Wel liet ze een stage bij PPP-Agro Advies in Zegveld doorgaan. Ze deed er bij boeren grasmetingen voor beweiding en maakte een bijbehorende graslandplanning. Ook werkte ze nog een tijdje bij een kaasboerderij.

Ze houdt van dieren én van kinderen. Uiteindelijk besloot ze de pabo in Gouda te doen. De keuze voor het christelijke onderwijs maakte ze bewust. In september is ze klaar. Haar afstudeerscriptie gaat over boerderijeducatie. Ze werkt het onderwerp uit voor een melkveehouderij in het Friese Blije. “Je laat een schoolklas door middel van speelse opdrachten – een soort speurtocht – zien waar voedsel vandaan komt. Ik merk namelijk dat veel kinderen geen idee hebben.”

Voor de klas van een basisschool

Na de zomer gaat ze voor drie dagen in de week aan de slag op een basisschool in Waarder. “Ik leerde om door te zetten en soms denk ik: als ik dat eerder had geleerd, had ik de agrarische opleiding ook wel af kunnen maken.” Vooral als er adviseurs op het erf komen, heeft ze er een beetje spijt van dat ze met die opleiding is gestopt. Toch denkt ze mee over de bedrijfsvoering en is ze het aanspreekpunt voor de verzorging van de kalveren. Ook meet ze de groei van de dieren en voert ze bolussen om de gezondheid te ondersteunen en minder antibiotica te gebruiken. “Ik ben leergierig, zoek graag dingen uit en verdiep mij daarom ook in de gezondheid van de dieren.”

Om meer inkomen te genereren, kwam er een tweede tak bij: een camperplaats voor 25 campers. Eerst leek het hen niks. “Het was best spannend, want wat komt er op je erf te staan? Maar het pakte erg goed uit. Ik loop iedere dag een rondje over het terrein en ben een beetje de gastvrouw. Er is een informatieruimte met een kleine bibliotheek en ik schrijf wekelijks een blog op de website.”

Hooibalen ophalen op de zaterdagochtend

Ze rijdt ook graag op de trekker: “Even een rondje schudden.” En als de hooibalen op zaterdagochtend opgehaald moeten worden, wrijft ze de slaap uit haar ogen en gaat ze met de loonwerker mee. Tot voor kort reed ze regelmatig op haar verzorgpony Dario om haar hoofd leeg te maken, haar rots in de branding. “Even weg van de drukte en van de studie. Maar hij kreeg een koliekaanval en ze hebben hem laten inslapen. Ik mis het enorm om lekker de polder in te gaan en met die pony bezig te zijn.”

Geluk zit in kleine dingen, zoals samen inkuilen. Het hoeft allemaal niet zo ingewikkeld

Zij en Martijn staan op het punt om een week samen met vakantie te gaan, naar Oostenrijk. Ze heeft wel eens gesuggereerd om twee weken te gaan, maar dat viel bij hem niet goed. “En ik moet zeggen dat ik ook het liefste thuis ben. Weet je, geluk zit in de simpele dingen. Een nestje kittens in het stro, het uitzicht over de polder, het landschap, het samen inkuilen. Het hoeft allemaal niet zo ingewikkeld te zijn.”

Dit is een artikel in de Boerenleven-rubriek 'Boerin'. Meer verhalen uit deze rubriek vind je hier.

Beheer
WP Admin