Boerin Annemarie: ‘De babyfoon zet ik bij Gerwin in de schuur’
Boerin Annemarie wilde graag iets voor zichzelf. Het werd een recreatietak, Gewoon Ann-ders genaamd. Die is goed te combineren met het akkerbouwbedrijf en de kinderen. ‘Ik ben echt ondernemer en vaar mijn eigen koers.’
Toen ze trouwde met een boer, wist Annemarie wat voor leven ze zou krijgen. Als boerendochter kende ze het klappen van de zweep. Lange dagen, drukke dagen, het was bekend terrein. “Mijn ouders hadden ook een akkerbouwbedrijf. Ik hielp veel mee. Dat vond ik leuk. Ik hoopte altijd dat ik later met een boer zou trouwen.”
Gerwin leerde ze kennen in het uitgaansleven van schuurfeesten en de buurtkroeg. De vonk sloeg over. Eerst woonden ze in het dorp. In 2015 verhuisden ze naar de boerderij. Daar was het gebruikelijk dat iedereen in de keuken aanschoof voor koffie. “Wij hebben een kantine gemaakt in de schuur. Dan kan iedereen gewoon de overall aanhouden en ja, het zorgt ook voor meer privacy in huis.” Dat wil niet zeggen dat Annemarie er nooit bij komt zitten. Integendeel, als het even kan, schuift ze aan. “Ik ben erg betrokken en zo hoor ik wat er speelt op het bedrijf.”
Gewoon Ann-ders geeft energie
Toen de kinderen er nog niet waren, hielp ze vaak mee. Nu is het lastig te combineren met het gezin en haar eigen activiteiten. “Ik ben er wel voor de hand- en spandiensten en ik doe de administratie, maar verder niet. Misschien over een paar jaar weer, als de kinderen overdag allemaal naar school zijn.”
Nu gaat alleen de oudste. De andere twee zijn nog te jong en echte handenbindertjes. Al voelt Annemarie dat niet zo. “Ik kan tussendoor best even weg. Als ze slapen zet ik de babyfoon bij Gerwin in de schuur. Met de koffie en het eten is hij er. Dan helpt hij met brood smeren en dat soort dingetjes. En verder gaan de jongste twee op maandag en donderdag naar de opvang. Op donderdag werk ik buiten de deur. Op maandag werk ik thuis.”
Ze kreeg de kans om een safaritent over te nemen van iemand. “Die kans greep ik want ik wilde al langer iets voor mezelf. Dat werd Gewoon Ann-ders. De tent kocht ik zelf, de inkomsten zijn ook voor mij. Ik ben echt ondernemer, vaar mijn eigen koers, kan zelf bepalen hoe ik het wil inrichten en hoe de website eruit moet zien. Ik krijg er veel energie van.”
Voorjaar betekent topdrukte
Momenteel ligt de recreatietak stil. Het seizoen start weer op 1 april. Dan zijn ook de voorjaarswerkzaamheden op het bedrijf in volle gang en dat betekent topdrukte. “Daar groei je in”, zegt Annemarie relativerend, “maar ik heb ook keuzes gemaakt. Zo ben ik als zzp’er gaan werken. Dat maakt me flexibel. Ik kan schuiven met mijn werktijden als er thuis iets is, een ziek kind ofzo. Gerwin kan er niet zomaar de hele dag zijn. Tijdens de voorjaarsdrukte en de oogst is hij lang op het land. “Dat betekent dat de zorg voor de kinderen dan meer op mij neer komt. Spelen bij vriendjes? Vervoer naar school? Meestal ben ik degene die rijd. Dat vind ik niet erg. Ik combineer het met andere dingen zoals boodschappen.”
Thuis heeft ze ogen in haar rug, helemaal nadat vorig jaar de middelste ineens in de schuur stond. “Ze wilde naar papa toe denk ik. Onze oudste had dat nooit gedaan, we schrokken ons rot. Het was druk en er reden heftrucks rond. Toen kwam er meteen een stevig hek om een deel van de tuin. Daar zitten ze veilig als ik even bezig ben.”
Annemarie voelt zich boerin
Hoewel ze niet fysiek meewerkt, voelt Annemarie zich wel degelijk boerin. “Het is geen baan van negen tot vijf, het is een manier van leven. Als je net zit te eten, kan er een vrachtwagen het erf op komen om te laden of te lossen. En onlangs besloten Gerwin en zijn broer om ’s avonds nog te spitten in verband met naderende vorst. Natuurlijk staat ons gezin op één, maar het bedrijf is óók belangrijk. We zijn er altijd mee bezig. Thuis zie je altijd wel iets liggen dat gedaan moet worden. Daarom gaan we met vakantie weg van het bedrijf. Anders blijf je aan de gang.”
Of ze die drukte nadelig vindt? “Soms. Afgelopen najaar kostte de oogst erg veel tijd vanwege al die regen. Gerwin was veel op het land en ik had net een baby gekregen. Hoe ik alles toen deed? Gewoon door te doen. En ik had hulp van familie.”
Al met al zou ze geen ander leven willen ook al is het soms hectisch. “We hebben een tijdje in het dorp gewoond. Dat was oké, maar ik wist dat het niet voor altijd mijn plek was. Die is hier, op de boerderij. En die drukte? Ach, zo erg is het niet en het geeft een hoop gezelligheid.”