Foto ter illustratie. - Foto: Canva AlgemeenNieuws

Boer in ’t Goy moet van RvS stoppen met onderbemaling polder

Een boer in het Utrechtse ’t Goy moet direct stoppen met het waterpeil in een binnenpolder door onderbemaling lager te houden dan in het Peilbesluit is vastgesteld.

Tot dat besluit kwam de Raad van State (RvS) woensdag. Hiermee bevestigt de Raad de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Midden—Nederland van juli vorig jaar.

Te laag waterpeil in binnenpolder

Het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden had in 2020 geconstateerd dat de boer in deze watergang een onderbemaling in werking heeft gesteld. Het gaat om een sloot achter zijn woning die om een binnenpolder loopt. De boer heeft een agrarisch perceel in deze binnenpolder die deel uitmaakt van het Rijksmonument ‘Terrein waarin overblijfselen van het kasteel ’t Goy’. Door de onderbemaling van de boer is het waterpeil in de binnenpolder lager dan het peil zoals dat in het Peilbesluit is vastgesteld.

Volgens de boer is het Peilbesluit echter onrechtmatig en kan er geen sprake zijn van onderbemaling want er is nooit een officieel waterpeil vastgesteld. Net als de rechtbank is de RvS van mening dat het wel degelijk gaat om een rechtmatig Peilbesluit en dat er dus wel sprake is van een officieel waterpeil en dus van onderbemaling door de boer.

Gevolgen stoppen onderbemaling

Volgens de boer zijn de gevolgen voor hem onevenredig groot als hij met onderbemaling stopt. Maar zijn argumenten dat het stoppen van de onderbemaling zal leiden tot het verdwijnen van foeragerende purperreigers en ijsvogels als gevolg van het stijgende waterpeil en dat hoogstam fruitbomen zullen sterven, vinden geen gehoor bij de RvS. Ook het feit dat hij geen financiële ruimte heeft om zijn perceel zo op te hogen dat de gevolgen van het stoppen van zijn bemaling de gevolgen van de waterstijging kan voorkomen scoren – net als bij de voorzieningenrechter – niet bij de RvS.

Omdat het algemeen belang gediend is met handhaving, zal het waterschap ook in dit geval moet optreden. Alleen onder bijzondere omstandigheden mag van het waterschap worden gevergd dit niet te doen, stelt de RvS in zijn uitspraak. Van onevenredige gevolgen is hier geen sprake. Het waterschap heeft het handhaven van het algemeen belang terecht zwaarder laten wegen dat het belang van de boer bij de onderbemaling, aldus de RvS in zijn afsluitende woorden in het vonnis.

Reacties