Boer en robot gaan samenwerken
Ze zijn er al, maar de meeste zijn nog niet praktijkrijp. De doorbraak is echter een kwestie van tijd. En dan zal het hard gaan. Robots worden onmisbare assistenten.
De landbouw staat aan de vooravond van een doorbraak. Na het paard, de trekker en eenvoudige automatisering, is robotisering de volgende stap. Robots zijn autonome intelligente machines en ze zijn keihard nodig om de voedselproductie verder op te schroeven. De huidige manier van werken, is daartoe niet toereikend. Niet alleen neemt de beschikbaarheid van natuurlijke hulpbronnen af, ook de input van menselijke arbeid wordt schaarser. In Nederland werkt inmiddels nog maar 2% van de beroepsbevolking in de landbouw. In de jaren net na de Tweede Wereldoorlog was dat nog 17%.
Klik hieronder op de icoon ‘i’ voor meer informatie.
Wereldbevolking groeit
De daling doet zich overal ter wereld voor en deze trend brengt overduidelijk een probleem met zich mee: op termijn zullen er te weinig mensen zijn voor de productie van de stijgende vraag naar voedsel. Voorspellingen geven aan dat de wereldbevolking in 2050 gegroeid zal zijn tot ruim 9 miljard mensen. Nog weer 50 jaar later zou het aantal zelfs uitkomen rond 13 miljard.
Vraag naar vlees zal verzesvoudigen
De wereldvoedselorganisatie FAO denkt dat tussen nu en dan, de vraag naar vlees zal verzesvoudigen en de vraag naar melk en granen zal globaal verviervoudigen. Alle hens aan dek dus. Alleen: die ‘hens’ zijn er dus niet. Althans: niet voor het simpele, eentonige en soms vieze bulkwerk. Zie daar de rol voor de robot. Die kan wat mensen niet kunnen: zeven dagen per week werken, 24 uur per dag. Hij dut niet in, hij wordt niet ziek en hoeft geen vakantie. Nog een voordeel: omdat hij zo nauwkeurig is, kan hij duurzamer te werk gaan dan de huidige machines. Er wordt geen brandstof verspild, er wordt alleen gespoten en bemest op plekken waar dat nodig is. Louter voordelen, zou je zeggen. En toch zijn robots nog niet massaal aanwezig op boerenerven. Hieronder cijfers enquête Boerderij over interesse in robots op melkveebedrijven.
Melkveehouderij koploper
Hét succesnummer is momenteel de melkrobot met in zijn kielzog mestrobots en voerrobots. Daarmee is de melkveehouderij koploper op gebied van robotisering in de landbouw.
In andere sectoren gaat het nog niet zo hard en in de varkenshouderij is zelfs een achteruitgang waar te nemen. Deze sector is weliswaar tot in de puntjes geautomatiseerd, maar de robotisering zet nog niet door. Voerstations, zeugenseparatie, berigheidsdetectie en klimaatregeling, veel kan en gaat automatisch. Maar een robot doet meer. Die werkt autonoom en heeft een zekere mate van intelligentie.
Richting Kerstmis publiceert Boerderij diverse artikelen over Boer & Robot. Doe ook mee met de kerstpuzzel en maak kans op prachtige prijzen.
Minder interesse in varkenshouderij
Tien jaar geleden was de spuitrobot een belofte voor de varkenshouderij maar hij brak nooit echt door. De hoge aanschafkosten speelden daarbij een rol. Door de geringe vraag werd de robot niet doorontwikkeld en dat deed hem de das om. Schippers Bladel leverde destijds veel spuitrobots voor de varkenshouderij, maar productmanager Corné Verstijnen merkt dat de interesse is afgenomen. “Een nadeel is namelijk dat hij wel in alle hoeken van een afdeling komt, maar niet kan zien hoe vuil een hok is. Hij draait overal hetzelfde programma en dat betekent dat naspuiten noodzakelijk is. Dat moeten varkenshouders dus alsnog zelf doen en daar hebben ze niet altijd tijd voor of zin in. Wat ze dan liever doen, is via het arbeidsbureau een goedkope spuitploeg inhuren.”
‘Boeren willen op een trekker kunnen zitten en ronkend over de weg rijden’.
Beperkt gebruik robot in akkerbouw
Ook in de akkerbouw is het aandeel robots nog beperkt. De gps-trekker is er, maar daar blijft het vooralsnog bij. Dat is deels een mentale kwestie. Ralf Kroonen, product manager bij Precison Makers, merkt dat veel boeren moeite hebben met robots die ‘niet meer op een trekker lijken’. “Boeren willen op een trekker kunnen zitten en ronkend over de weg rijden. Dat kan met robottrekkers niet meer.”
“Dat is inderdaad een hobbel”, denkt ook Eldert van Henten. Hij houdt zich bij Wageningen Universiteit onder meer bezig met robots in de landbouw en ook hij merkt dat boeren, maar zeker ook leveranciers, zich nog steeds richten op groot, groter, grootst. “Dat idee komt nog voort uit de gedachte dat je bij schaalvergroting ook grotere machines nodig hebt om het land te kunnen bewerken. Maar op het moment dat je geen chauffeur meer nodig hebt, hoeven die machines ook niet meer zo groot te zijn. Dat heeft meteen een ander voordeel: kleine machines zijn lichter en leiden minder snel tot structuurbederf van de bodem.”
Groep boeren bekijken mogelijkheden
Tegen die achtergrond is een groep boeren in de Hoeksche Waard bezig de mogelijkheden te onderzoeken van een zogenoemde autonome carrier. Een karretje rijdt heen en weer tussen de oogstmachine en de oplaadwagen die aan de weg staat te wachten. Dat scheelt veel rijbewegingen op het perceel zelf. Omgekeerd zou het karretje vanaf de weg een poot- of zaaimachine kunnen vullen. De carrier verkeert nog in het ideeënstadium. De boeren verenigd in de stichting H-WodKa proberen subsidie te krijgen om het idee ook werkelijkheid te laten worden.
‘Commercieel zijn robots nog niet altijd een succes’.
Robot tegen ridderzuring
Andere veldsystemen zijn al verder in ontwikkeling. Zo is er sinds een paar jaar de ‘Ruud’, een robotje dat ridderzuring te lijf gaat door de wortels weg te frezen. De robot zou een uitkomst zijn voor de biologische landbouw waar geen gebruik wordt gemaakt van chemische middelen. Toch is ‘Ruud’ niet te koop. Joris IJsselmuiden van Wageningen Universiteit merkt dat dit bij veel robots speelt. “Er kan al een heleboel, maar om dingen naar de praktijk te brengen, dat is nog een hele stap. Commercieel zijn robots nog niet altijd een succes.” Daar komt bij dat de meeste boeren tamelijk terughoudend zijn. IJsselmuiden: “Je moet ze heel goed duidelijk kunnen maken wat de meerwaarde van een robot is, anders slaat het niet aan. Je moet ook heel goed aan kunnen geven dat de robot betrouwbaar is. En juist dat is nog erg lastig.”
Geen twee planten zijn hetzelfde
IJsselmuiden legt uit dat dat komt doordat de landbouw erg veel variabelen kent. Geen twee planten zijn hetzelfde, geen twee dieren gelijk. Een robot die zuring aanpakt, herkent bijvoorbeeld geen andere onkruiden. “In een fabriek waar ze auto’s maken, komen steeds dezelfde onderdelen langs met dezelfde snelheid. Daar kun je relatief makkelijk robots bij maken. In de landbouw is dat vele malen moeilijker.”
Foto: ANP
Mensen nodig voor controle
Eldert van Henten beaamt dat er nog heel wat moet gebeuren voordat robots op grote schaal ingezet kunnen worden. “Om een trekker te besturen, moet een chauffeur aan drie voorwaarden voldoen: hij moet kunnen navigeren, hij moet de veiligheid in de gaten houden en hij moet over zijn schouder kijken om te controleren of alles wel goed gaat. Punt één hebben we opgelost met gps. Met punt twee zijn we bezig, maar met punt drie nog helemaal niet. Robots kunnen al van alles doen, maar mensen moeten er nog bij zijn om te kijken of ze het wel goed doen.”
Auto-industrie leidend
Van Henten twijfelt er niet aan dat robotisering verder zal doorzetten. Daarbij verwacht hij dat de auto-industrie leidend zal zijn. “Er wordt nu door verschillende fabrikanten geëxperimenteerd met autonome, zelfrijdende voertuigen. Zodra dit bij auto’s echt doorbreekt, zullen sensoren en dergelijke goedkoper worden. Daar zal de landbouw van profiteren.”
Ook Joris IJsselmuiden weet zeker dat robots op termijn een onmisbare plek in de landbouw zullen veroveren. “Geen idee wanneer, maar als we de drempel eenmaal over zijn, zal het hard gaan. Dan is het zaak als boer bij te blijven, want als je dán achterblijft, haal je het nooit meer in.”
Japan: eerste robotboerderij ter wereld
Het Japanse bedrijf Spread gaat eind 2017 aan de slag met een ‘groente fabriek’. Dit wordt ’s werelds eerste volledig gerobotiseerde boerderij. Het betreft een pilot voor de teelt van sla. Het verspenen, verzorgen en oogsten zal volledig door robots worden gedaan. Op deze manier moeten op 3.500 vierkante meter dagelijks 30.000 kroppen geproduceerd worden.