Bluswater aanvoeren in 1963

Brand was en is het schrikbeeld van vrijwel iedereen. Niet zelden legden de vlammen een gebouw volledig in de as. In steden, waar woningen dicht op elkaar stonden, gingen hele wijken er vaak aan.

Op de foto uit 1963 betreft het een boerenschuur die vlam heeft gevat. Het kwam nogal eens voor dat elektriciteitsvoorzieningen niet helemaal waterdicht waren. Kortsluiting was een veel voorkomend probleem, al leidde dat niet altijd tot een uitslaande brand. Ging het toch mis, dan was het geen sinecure om de boel te blussen. Nog niet elke boerderij was in die tijd aangesloten op leidingwater. Voor bluswater was de brandweer in zulke gevallen aangewezen op de dichtstbijzijnde sloot of speciaal aangelegde brandkolken waar regenwater in werd opgevangen voor het geval dat. De kolken werden vaak ook gebruikt door het vee, dat eruit dronk.

Problemen voor de brandweer

Het probleem van de sloot was dat deze soms verder weg lag dan de lengte van de brandweerslang kon behappen. En de kolk bevatte soms onvoldoende water of louter modder. Tijdens droge zomers stonden de watervoorzieningen droog, tijdens strenge winters vroren ze dicht. Op de foto was daarvan geen sprake. Toch brandde de schuur uiteindelijk volledig uit, omdat er onvoldoende bluswater voorhanden was.