Foto's: Ruud Ploeg AkkerbouwFoto

Agrico test kwaliteit aardappelen in nieuw centrum

Agrico investeerde in 2018 € 2,3 miljoen in een nieuw kwaliteitscentrum. De coöperatie beoordeelt er alle monsters van poot- en consumptieaardappelen.

Dankzij de klimaatkamers kan Agrico veel beter bepalen wat de kwaliteit is van de poot- of consumptieaardappelen en wanneer bepaalde partijen aardappelen afgeleverd moeten worden en of wellicht een andere bestemming moet worden gekozen. Dat maakt de afzet efficiënter en het beperkt het aantal klachten van afnemers.

Coöperatie Agrico heeft in Emmeloord een nieuw kwaliteitscentrum gebouwd, tegenover het hoofdkantoor. Daar test Agrico jaarlijks monsters van poot- en consumptieaardappelen om de interne en externe kwaliteit in beeld te brengen. De oogst van 2018 is de eerste die vanaf 1 oktober door het centrum is gegaan. Het kwaliteitscentrum is vrijdag 15 februari 2019 officieel geopend.

Dit is de lijn waar alle monsters over heen gaan. De kwaliteitbepalingslijn bestaat uit verschillende modules, die wel of niet zijn ingeschakeld afhankelijk van het type inspectie dat de lijn uitvoert. Dat hangt af van de kwaliteitscriteria die gemeten moeten worden. Bij pootaardappelen wordt onder andere een beoordeling uitgevoerd naar externe gebreken, zoals schurft en rhizoctonia. Bij consumptieaardappelen wordt onder andere de wasbaarheid van de aardappelen bepaald om de juiste bestemming in de retail te kunnen bepalen.

De monsters worden aan het begin van de kwaliteitbepalingslijn gewogen en gewassen. Een fotocamera legt de kwaliteit vast. Daarna komen de aardappelen op een leesband waar een medewerker van Agrico afwijkende aardappelen er uit haalt. Het verschil tussen het brutogewicht en het nettogewicht bepaalt de berekende grondtarra.

Aan de leesband zitten zeven bakken, ieder voor een bepaald soort afwijking zoals vreterij, groen, misvormingen of beschadigingen. Iedere bak heeft een sensor om de aardappelen te tellen en individuele weegbakken. Zo worden de tarracomponenten automatisch vastgelegd.

Daarna gaan de aardappelen door een verenkelaar met een lasercamera. Die bepaalt de maatsortering van de partij per millimeter en het gewicht. De knollen worden per millimeter maatsortering geteld. Later aan de kwaliteitbepalingslijn wordt de schil van de aardappelen verwijderd om stootblauw of onderhuidse gebreken vast te stellen. Daarna worden aardappelen door midden gesneden om inwendige gebreken zichtbaar te maken.

Het kwaliteitscentrum van Agrico heeft drie klimaatkamers. Daar kunnen 12.000 monsters worden getest. De capaciteit is twee groter dan nu nodig is, maar het kwaliteitscentrum is gebouwd op de groei die Agrico voorziet in de afzet van poot- en consumptieaardappelen.

In de klimaatkamers staan gedurende het seizoen bakjes met monsters van alle partijen pootaardappelen. De klimaatregelaar zorgt voor een hoge temperatuur en hoge luchtvochtigheid. Daardoor worden externe gebreken zoals rot snel zichtbaar.

In de klimaatkamer bepaalt Agrico ook de kiemrust, de kiemkracht, de kiemlengte, het aantal kiemen per knol en het percentage knollen dat kiemt. De aardappelen verblijven hier minimaal 8 weken, afhankelijk van het ras.

In de keuken kunnen separaat naast de machinelijn partijen aardappelen worden beoordeeld op onder andere glazigheid, onderwatergewicht en bakkwaliteit. Hier beproeft Agrico de nieuwe rassen die door het kweekbedrijf worden ontwikkeld.

De bepaling van het onderwatergewicht gebeurt automatisch.

Agrico legt alle gegevens vast en maakt ook foto s van de monsters. Zo krijgt de teler inzicht in de kwaliteit van zijn geleverde aardappelen. Ook de afnemers van poot- en consumptieaardappelen willen steeds meer gegevens.

Beheer
WP Admin