AkkerbouwOpinie

Agressief gras

Eenmaal gepland gaat capin nooit meer weg. Prima hoor, maar wat als het niet zo’n mooi grasje is?

Eerst vormde de droogte een probleem in Zuid-Bolivia, waar het sowieso veel droger is dan in het Noorden, maar nu zorgt de droogte ook voor narigheid in het Noorden. Carlos en zijn vader vertelden me dat het de laatste tien jaar droger is geworden, maar dat dit verreweg de droogste periode is die ze zich kunnen heugen en dat de zon veel feller brand. Normaal kun je in november nog een paar dagen zaaien. Nu is het echter vaak te nat. Met de kerst zijn we in het stof aan het zaaien, ongeloofelijk. Ook bedriegt de lucht ons steeds vaker. Als er wolken verschenen was je er voorheen zeker van dat het drie dagen later zou gaan regenen, nu kunnen we daar niet meer op vertrouwen.

 

Het gleuvenapparaat

Taiwan poot je op dezelfde manier als maralfalfa. De vorige keer viel me tijdens het poten van maralfalfa op dat het erg moeilijk is om met de hand recht en parallel aan de andere rijen te poten. Dat is nu wel heel belangrijk, omdat we gaan hakselen met een drierijige hakselaar. We hebben hiervoor een apparaat gemaakt dat drie gleuven in de grond maakt. Niks hightech of zo. Helaas was een deel van de machine van iemand anders. Die wilde dat deel niet verkopen, dus konden we niet al te rigoreus lassen om de machine verder te optimaliseren. Buurman is echter zo enthousiast dat hij – als de drukke periode achter de rug is – er een gaat bouwen. We weten nu wat er veranderd moet worden. Het gleuvenapparaat (wie een betere Nederlandse naam heeft mag die mailen) werkt ook zonder de verbeteringen goed. Echter, nadat we de planten erin hebben gelegd moeten we alles toch nog met de hand afdichten. Mijn idee om met een grote balk schuin achter de trekker over het land te rijden, hebben we niet eens uitgeprobeerd. Op dit perceel zal het zeker niet werken; nog te veel kleine wortels en niet egaal genoeg.

 

Grondbedekker Arachis Pintoi

In zowel Brachiaria humidicola als in Taiwan wil ik Arachis Pintoi zaaien. Dat is een pindasoort, een vlinderbloemige, waarvan ik het loof als ruwvoer kan gebruiken. Ik hoop dat het tussen de Taiwan-rijen een grondbedekker is om zo onkruid tegen te gaan en uiteraard om stikstof te binden. In humidicola is het me alleen te doen om stikstof te binden. Eerst ga ik een paar proefveldjes aanleggen om het effect te bekijken. Na een jaar weet ik meer.

 

Capin is een blijvertje

Er zijn nog een paar plekken waar water in de regenperiode een paar maanden blijft staan, maar dat zal dit jaar niet meer gebeuren. Hier wil ik capin planten. Carlos attendeerde mij erop. Het is volgens hem minstens zo agressief als humidicola. Als je het eenmaal gepland hebt, gaat het nooit meer weg. Dat is allemaal mooi en aardig, maar wat als het niet zo’n mooi grasje is? Dus ben ik eerst maar eens met twee monsters naar het laboratorium gegaan. Een monster van een droog veldje en een van een nat veldje. Het resultaat viel mij alleszins mee: respectievelijk 5,4 procent en 8,9 procent eiwit met 35 procent en 28,7 procent ruwe celstof. Dat is ongeveer gelijk aan de gehalten van humidicola.

Capin is overigens niet de officiële naam van het gewas, maar hier in de buurt staat het zo bekend. In het Portugees betekent capin ‘gras’. Capin is makkelijk te planten. Je trekt of snijdt het gras uit een bestaand veldje, verspreidt het vervolgens op de plek waar je het hebben wilt. Daarna ga je er even overheen met de kleine schijveneg en dan maar hopen dat er snel een regenbuitje komt, zodat het niet verdroogt.

Beheer
WP Admin