Zuivelbedrijf Royal A-ware blijft stappen zetten om zich verder in de markt te ontwikkelen. Daarmee blijft het ook kansen scheppen voor de veehouders die met het bedrijf in zee gaan, stelt COO Klaas de Jong. Dichtbij elkaar en bij de markt blijven, is daarbij cruciaal. Zo zijn ook lastige periodes door te komen, meent hij.
Zuivelbedrijf Royal A-ware is de laatste jaren snel groot geworden en heeft zich succesvol neergezet. Toch wordt het binnen de sector regelmatig kritisch gevolgd. Concurrenten knagen graag aan de pretenties van het bedrijf. Klaas de Jong, Chief Operating Officer (COO) van het zuivelbedrijf, licht een en ander graag toe.
Allereerst wil hij de positieve sfeer benadrukken die er heerst in de onderneming en met de melkveehouders. Daar geen sfeer van: ‘Het glas is halfleeg’. Half oktober verwelkomde hij honderden nieuwe veehouders op de najaarsbijeenkomsten. De Jong: “We kijken terug op een aantal positief verlopen bijeenkomsten. We waren in Wolvega, Sneek en Zwolle. De sfeer was prima. Wij zijn een ondernemende club, net als onze melkveehouders.”
Lees verder onder de foto‘s
COO Klaas de Jong: Het melkgeld komt bij ons altijd uit de vraag in de markt. - Foto: Suzie Geenen/Imagro
Jullie hebben weer veel melkveehouders aangenomen en zijn enthousiast, maar ook jullie kunnen de leveranciers toch niet altijd blij maken met weer hogere prijzen? Wat vertellen jullie als de prijs omlaag moet?
“We nemen onze melkveehouders mee met wat er in de markt gebeurt. Dat er nu zorgen zijn over de sterk gedaalde boterprijs, vertellen we ook. Ik begin mijn verhaal vaak met de vraag: waarom zit de markt op 35 cent en niet op 25 of 45. Wij motiveren onze besluiten. Als er veranderende omstandigheden zijn, moeten we daar nuchter mee omgaan en niet alleen praten over succes bij mooi weer. Door open met onze veehouders te praten over de markt, kunnen zij daar hun voordeel mee doen. Wij moeten hier ondernemen, zij thuis op de boerderij.”
“De beeldvorming over de melkprijs die wij betalen is vaak onjuist. Bij ons is er ook nooit sprake van herverdeling van melkgeld. Het geld komt bij ons uit de vraag in de markt. De premies van de verschillende melkstromen worden in de melkprijsvergelijking niet meegenomen.”
Jullie paradepaardje is de Albert Heijn-stroom, met een plus van 3 cent, die kan worden gestapeld bovenop allerlei andere toeslagen. Wat gebeurt er na 3 jaar?
“De Royal A-ware melkstroom voor Albert Heijn is een nauwe samenwerking van ons met Albert Heijn, waarbij we een melkstroom naar een hoger duurzaamheidsniveau tillen, een niveau dat tegemoet komt aan de wens van de Nederlandse consument. Het programma is dynamisch en kan dus voortdurend meebewegen met de veranderende vraag van de consument. Albert Heijn heeft voor minimaal 3 jaar getekend, daarna gaat de samenwerking verder.”
Hoe zorgen jullie voor een optimale aansluiting?
“We hebben panels waar ook consumenten in zitten, niet iets waarbij de techneuten voorop staan. Dat is een groot verschil ten opzichte van de andere programma’s die vaak statisch zijn en werken met keurmerken en logo’s voorop. Ons programma is concreet, transparant en goed controleerbaar. Melkveehouders weten waar ze aan toe zijn, en de consument weet straks duidelijk waar de zuivel van AH voor staat en waar deze vandaan komt.”
Als klanten willen, kunnen ze een kijkje gaan nemen bij de boer. Zo ging het vroeger toch ook?
“Overigens zijn ook onze programma’s gecertificeerd, door Qlip, maar we zetten het niet op de verpakkingen. We vertellen het echte verhaal. Klanten kunnen precies zien waar de producten vandaan komen, op Facebook of via een bord bij de boerderij. Als ze willen, kunnen ze een kijkje gaan nemen bij de boer. Zo ging het vroeger toch ook?”
Van jullie wordt ook wel eens gezegd dat de eisen niet altijd even strak zijn.
“Al onze programma’s zijn duidelijk en concreet en worden ook ge-audit. Voor het Albert Heijn programma hebben we duidelijke ijkpunten, zoals een grasland-grondgebondenheidscriterium en een duidelijke maatstaf over de melkproductie per hectare. Alles op basis van openbare bronnen. Bij ons zijn er geen grijze zones, zoals eiwit van het land van de buurman.”
Een medewerker van Royal A-ware controleert de kwaliteit van natuurkaas in een pakhuis. - Foto: Suzie Geenen/Imagro
Jullie hebben ook ‘stalmelk’ en een duurzamer variant daarvan. Moeten jullie niet strenger zijn daarmee?
“Niet in elke bedrijfsvoering past weidegang. Het Albert Heijn-programma heeft de weidegang extra gestimuleerd. Er zijn diverse bedrijven die eerst niet weidden, maar door dit programma toch een andere keuze hebben gemaakt.”
“Toch kan niet iedereen dit doen. Daarom hebben wij na het AH-programma de boerderijmelk-plus geïntroduceerd. Dat heeft het totaalniveau van dierenwelzijn en duurzaamheid verhoogd. Dat we daarvoor eenzelfde premie betalen als voor weidegang, is goed te motiveren. De meeste niet-weiders hebben daarop de overstap naar dit programma gemaakt. Wat je wel ziet, is dat sommige van deze veehouders een vrije vorm van weidegang toepassen, zoals deelweide. Geen enkele weider is bij ons teruggegaan naar opstallen.”
We mogen best wat trotser zijn op de kwaliteit van onze gangbare melk
“Ik wil verder graag melden dat met gewoon gangbare melk ook niets mis is. Die voldoet aan alle wettelijke eisen en is KKM-gecertificeerd. Als je aan buitenlanders laat zien wat de kwaliteit van deze melk is en waar deze allemaal aan voldoet, dan erkennen ze dat dit meer is dan op de meeste plekken elders in de wereld. We mogen hier best wat trotser op zijn.”
“In het buitenland wordt de kwaliteit en duurzaamheid van de Nederlandse melkveehouderij geroemd. Bij A-ware zijn wij er ook gewoon hartstikke trots op en met onze programma’s voor AH en Boerderijmelk gaan we daar dus ook nog eens extra overheen.”
Jullie nemen afscheid van de stroom melk die jullie van FrieslandCampina betrekken via de Dutch Milk Foundation. In plaats daarvan hebben jullie meer eigen veehouders geworven. Wat hebben jullie daaraan?
“Wij mogen geen officiële uitspraken doen over de melk van de Dutch Milk Foundation. Wij hebben steeds aangegeven dat ons uiteindelijke doel is om melk van eigen melkveehouders te verwerken. De belangrijkste reden hiervoor is dat we met eigen veehouders onze eigen programma’s en ketens kunnen inrichten. Via DMF konden we alleen gewone melk bestellen. Die beperking is nu dus weg.”
“Dit is veel sneller gegaan dan we hadden ingeschat. Het heeft natuurlijk geholpen dat melkveehouders bij ons kunnen kiezen uit 5 melkstromen met elk hun eigen eisen en premies. Ook van belang is verder dat ze bij ons kunnen groeien zonder financiële korting.”
Hoeveel melkveehouders hebben jullie er dit jaar precies bij gekregen? Er is al eens gezegd: zo’n 250.
“De aanmelding loopt nog steeds door.”
Maar hoeveel?
“We verwerken na de verdubbeling van de specialiteitenlijn in de bestaande kaasmakerij en na de ingebruikname van de mozzarellafabriek ruim 1,5 miljard kilo melk. Met de tweede specialiteitenlijn kunnen we nu zeven verschillende kaasvormen maken, en een nog groter aantal recepturen.”
Lees verder onder het Facebook-bericht
“We zijn er trots op dat we inmiddels voldoende melkveehouders hebben die ons het vertrouwen hebben gegeven om deze melkbehoefte af te dekken. Hierbij houden we voldoende flexibiliteit om boeren de ruimte te geven te groeien en toch te kunnen garanderen dat we alle melk kunnen verwerken. Uiteraard hebben we er eerst voor gezorgd dat we afzet hebben voor de producten. Zo werken we bij A-ware altijd. Eerst de afzet, dan de melk.”
Wij willen geen melkdruk hebben
Zijn jullie dan klaar?
“Bij A-ware zijn we nooit klaar. Het is ook nog steeds zo dat we niet alle kaas zelf produceren. Dat willen we zo houden. Wij blijven ook handelen in kaas. Wij willen geen melkdruk hebben.”
Jullie stimuleren boeren om te kiezen voor bepaalde melkstromen, maar soms hebben ze ook extra kennis nodig. Hoe verzorgen jullie dat?
“We hebben onze eigen Dairy Academy waar we workshops op maat aanbieden aan onze veehouders. Heel veel veehouders van ons zijn daarbij aangesloten. Daar krijgen ze ook punten voor. Bovendien, als een groep melkveehouders iets wil qua scholing, dan organiseren wij dat. Op dit moment bieden we negen workshops en trainingen aan.”