Langer wachten met maaien geeft lagere uitscheiding bij koe

Wageningen – Langer wachten met maaien van grasland kan bijdragen om de fosfaatuitscheiding van vee te verlagen.

Daardoor neemt het aantal kuubs af te voeren mest af met 95 tot 263 kuub  bij een basisomvang van honderd koeien. Het voordeel is het grootst waar het aandeel kuilgras groot is en bij bedrijven met summerfeeding. Waar meer dan 5 kilo droge stof uit mais bijgevoerd wordt, verandert de fosfaatuitscheiding nauwelijks. Dat blijkt uit onderzoek van Wageningen Livestock Research.

De optimale zwaarte van de snede is 2,5 – 3 ton droge stof per hectare. Door het uitstellen van maaien daalt het fosforgehalte in het kuilgras. De daling komt overeen met ongeveer 0,03 gram fosfor per kilo droge stof per dag. Als er twee weken gewacht wordt met maaien, betekent dat het kuilgras gemiddeld 0,4 gram minder fosfor per kilo droge stof bevat. De kuil van het langere gras bevat wel iets minder voederwaarde en meer ruwe celstof. Daardoor is er meer aanvoer van krachtvoer nodig , gemiddeld 250 kilo per dier per jaar met een gemiddeld fosforgehalte van 4,3 gram per kilo. Toch is de extra aanvoer van fosfor uit krachtvoer minder groot dan de besparing die de verlaging van fosfor in het gras oplevert.

Het voordeel van zwaarder maaien gaat teniet als er veel mais bijgevoerd wordt. Mais is eiwitarm en met name het eiwitrijke krachtvoer dat het eiwittekort moet compenseren bevat relatief veel fosfor. Deze brok bevat gemiddeld 6,5 kilo fosfor per kilo.

Ook is het bedrijfseconomisch iets aantrekkelijker om zwaarder te maaien vanwege het feit dat het maaipercentage er door daalt en er dus minder inkuilkosten gemaakt hoeven te worden.