‘Rommeltje in boerenorganisaties’

Het groene front bestaat niet meer. Onze macht in politiek Den Haag is ter ziele. Dat werd vorige week bij de behandeling van handelsverdragen, zoals TTIP, pijnlijk duidelijk.

“Het is een rommeltje in onze organisaties”, vindt Hanna. “Kijk naar de coalitie tegen de handelsverdragen TTIP en CETA. Daar werken de vakbonden in de melkveehouderij, akkerbouw, pluimvee- en varkenshouderij broederlijk samen met Milieudefensie, FNV sector Agrarisch Groen en het Platform Aarde Boer en Consument. Vreemde eend in de bijt is daar LTO-varkenshouderij. Voorzitter Eric Douma is kennelijk zo gecharmeerd van Ingrid Jansen van varkensvakbond NVV, dat hij als een schoothondje achter haar aan snuffelt.”

Wankel evenwicht in landbouwsector

Dat laatste is fout. LTO is officieel voor de handelsakkoorden en dan valt er één sector buiten de boot. Gevaarlijk. Dat Maat zijn schaapjes niet meer in het hok kan houden, wijst op onmacht. Vorige week bleek het wankel evenwicht.

De coalitie bood toen een manifest ‘Houd de boerderij TTIP-vrij’ aan. Ze werd door het kabinet niet serieus genomen. “De groep wordt niet gezien als hét geluid van de Nederlandse landbouw. “Wij luisteren naar LTO en die is vóór het handelsverdrag met de Verenigde Staten”, was de verklaring die staatssecretaris Van Dam gaf. Dat paste hem prima, want hij is voorstander van TTIP.

Daar staan we dan. Verschillende meningen en Van Dam kan zelf bepalen wat hij wil. Een gevolg van de hopeloze verdeeldheid in onze organisaties. Alle boeren moeten lid worden van LTO. Dan krijgen we weer macht. De vakbonden moeten zich zo snel mogelijk bij LTO aansluiten.

“We maken het de politiek nu veel te gemakkelijk”, zegt Hanna. “Als landbouw komen we met een etalage vol meningen. De politici kunnen daarin winkelen en meenemen wat in hun straatje past. Een unieke positie, ten koste van ons.”

“Macht bestaat ook uit een aansprekend boegbeeld”, zegt Hans. ” Daar schort het bij de organisaties aan. We hebben pluchebekleders, geen gezaghebbende figuren.”

“Mijn mening”, knikt Hanna instemmend.