‘Fritessector verliest het op EU-markt’

Dussen – De Nederlandse fritessector verliest terrein op de Europese afzetmarkt. Dat maakt de aardappelverwerkers kwetsbaar, vindt Louis Beemsterboer, voorzitter van de Verenigde Telers Akkerbouw (VTA).

Beemsterboer presenteerde op de VTA-ledenvergadering in Dussen enkele cijfers aan de leden. “In 2008 exporteerde Nederland 988.000 ton frites binnen de EU. In 2012 was dat met 39.000 ton gezakt. België daarentegen wist in die periode de export binnen de EU met 110.000 ton te vergroten naar ruim 1 miljoen ton. Dit seizoen zie je hetzelfde patroon. Nederland verliest het op de interne markt van België.”

Het maakt de Nederlandse sector kwetsbaar voor stijgende transportkosten en schommelingen van valutakoersen, zegt Beemsterboer. “Je moet als industrie zorgen dat je sterk bent op je thuismarkt. De Nederlandse fritesproducenten verliezen wat dat betreft terrein aan de Belgische.”

België streefde Nederland een paar geleden voorbij als grootste exporteur van frites in de wereld, constateert VTA-bestuurder Jan de Lange. “In België en Noord-Frankrijk is nog ruimte voor een groei van het aardappelareaal. In Nederland blijft het aardappelareaal stabiel.”

In Nederland worden steeds meer fritesaardappelen onder contract geteeld. De Lange: “In België zijn meer vrije aardappelen. Je ziet dan ook dat in Nederland de prijs van vrije aardappelen steeds meer de Belgapom-notering gaat volgen.”

De Lange verwacht dat het aandeel contracten in de aardappelteelt toeneemt. “Telers worden aangetrokken door de hogere contractprijzen. Voor de verwerkers betekent de contractteelt een stabielere inkoopprijs.”