Foto's: Peter Roek RundveeFoto

Zekerheid met Elita-keten en Piemontese

Familie Vermuë zocht voor het vleesvee meer zekerheid en een stabiel saldo en sloot zich aan bij vleesveeketen Elita waarvoor ze nu Piemonteses leveren.

André (57) en Lennart (25) Vermuë zitten samen met Ina (53) in een vof in Ritthem (Zl.). De vof heeft 85 Piemonteses, 45 Belgisch Witblauwen en 275 fokooien. 80 hectare land wordt gepacht. Sinds 2019 levert Vermuë Piemonteses aan vleesveeketen Elita. Daarvoor hield hij alleen Belgisch Witblauwen die de vrije handel ingingen. Een totaal gebrek aan saldo en neospora onder een derde van de veestapel zorgden voor een heroverweging.

Vermuë wilde risico’s spreiden. Minder afhankelijk zijn van de (beperkte) vrije handel en meer zekerheid met afzet en prijs. Zo kwam hij bij keten Elita uit dat met Piemonteses werkt. Voor Vermuë was dat ras toeval. Hij richtte zich op een keten, niet specifiek op Piemontese. Toen Vermuë zich in 2019 bij Elita aansloot, nam hij een deel van de Piemonteses van een stoppende Drentse stamboekfokker over.

De schapenstal op de voorgrond met daarachter de vleesveestal die uit twee delen bestaat. Een deel is uit 2004 en het andere deel is in 2020 gebouwd. Al het vee staat onder één dak. Schapen en vleesvee vormen nu elk 50% van het bedrijfsinkomen. Het aandeel vleesvee zal iets gaan groeien, omdat Vermuë met Piemontese richting de 100 dieren wil.

Het deel uit 2020 is nog niet helemaal af. Deze potstal is deels in eigen beheer gebouwd en kostte €70.000. Links van de voergang staan Piemonteses, rechts ervan vooral Belgisch Witblauwen. De laatste groep heeft 10 m2 ruimte per dier, voor de Piemonteses is dat 8,5 m2 per dier.

Door de overstap naar Elita en Piemontese is de Belgisch Witblauwe veestapel flink afgebouwd. Van de 165 dieren zijn er 45 over die wél de vrije handel ingaan. In eerste instantie leek de overstap naar een keten ongelukkig, want vleesprijzen gingen in coronatijd door het dak. Zo wordt voor Belgisch Witblauwen nu €600 tot €800 per dier meer betaald dan vóór corona. Toch heeft Vermuë geen spijt van zijn ketenkeuze. Hij kiest voor de lange termijn.

Vermuë heeft twee Piemontese-stamboekstieren. Dit is de 11 jaar oude Fortwijk Bonito 73, ook uit de Drentse inventaris. Qua fokkerij vindt Vermuë maat en karakter de belangrijkste criteria, maar hij kijkt ook naar rastype. Beenwerk en vruchtbaarheid zijn bij Piemonteses standaard goed, stelt Vermuë. Daar hoe je niet op te letten. De tussenkalftijd is bijvoorbeeld altijd lager dan 365 dagen.

Vermuë streeft voor Piemontese naar 50 geboortes per jaar. Van die 50 eindigen dan 25 stiertjes als os bij Elita. Van de 25 vaarskalveren worden er 15 uitgeselecteerd en afgemest. Zowel ossen als vaarzen gaan na 2,5 jaar en met 400 kilo de keten in. De laatste 10 dieren zijn oudere koeien die vervangen worden. Die Piemonteses worden in drie maanden tijd afgemest en gaan naar Elita. Die koeien noteren nu nog 435 kilo geslacht gewicht, maar Vermuë wil naar de 500 kilo toe.

Vlot en vaak natuurlijk afkalven is bij Piemontese een grote plus ten opzichte van Belgisch Witblauw. Zowel André, Ina als Lennart heeft een baan buiten de deur en arbeidsgemak is zodoende erg belangrijk. Met Belgisch Witblauw is elke geboorte een keizersnede en dat is enorm arbeidsintensief.

Een hok met koeien die nog moeten afkalven. Bij de Piemontese-koeien is zelden een keizersnede nodig. Bij de vaarzen gebeurt dat in 20 tot 30% van de gevallen. Vermuë wil van elke Piemontese zo snel mogelijk een zoogkoe maken. Vanwege het saldo, maar ook vanwege het fosfaatrechtenstelsel. Pinken en vaarzen vallen onder code 101 en 102.

Een hok verder staan dieren die net afgekalfd hebben. De kalveren zijn vier weken oud. Vermuë heeft met tien Piemonteses per jaar een vrij laag vervangingspercentage. Piemonteses kunnen wel tien keer afkalven waardoor niet veel vaarskalveren nodig zijn om de veestapel te verversen. Vermuë kan zo scherp selecteren. Bij Belgisch Witblauw is dat anders. Die dieren kalven maximaal drie keer af. Met vijf jaar moet zo’n koe slachtrijp zijn, want anders zakt de kiloprijs.

In de strohokken hebben de Piemonteses 8,5 m2 ruimte per dier en de hellingsgraad is 10%. De keteneisen van Elita sloten al goed aan bij de stal- en bedrijfskeuzes van Vermuë. Zo moeten Piemonteses minimaal 7 maanden per jaar naar buiten, moeten kalveren 5 maanden bij de moeder lopen en is 8,5 m2 ruimte per dier en voldoende daglicht onder meer verplicht. Stro is eveneens een eis.

In de Elita-keten is de marge van Vermuë omhoog gegaan. Al is de zoogkoeienhouderij zeker geen vetpot. Vermuë krijgt €4,70 per kilo voor alle Piemonteses; koeien die vervangen worden, vaarzen die afgemest worden en ossen. De kostprijs ligt rond de €4,30 per kilo. Vermuë en Elita hebben daarbij een lever- en afnameplicht. De prijs wordt altijd één of twee keer per jaar in overleg herzien.

De Piemonteses en Belgisch Witblauwen krijgen een rantsoen van gras (60%), mais (20%) en voederbieten (20%). Daarnaast krijgen de dieren krachtvoer in de vorm van losse grondstoffen.

De 45 overgebleven Belgisch Witblauwen gaan nog altijd de vrije handel in. Vermuë ontvangt nu hoge prijzen voor deze dieren, maar realiseert zich ook dat dit grotendeels het gevolg is van corona en het feit dat de horeca lange tijd op slot zat.

In het staldeel uit 2004 zijn alle losse grondstoffen in silo’s en bakken opgeslagen. Vermuë teelt onder meer zelf tarwe.

Vermuë heeft losse grondstoffen, soja en lijnzaadschilfers en mengt zelf. Hij werkt samen met akkerbouwers in de buurt.

Beheer
WP Admin