Vraag hulp bij moeilijke geboorte

Het melkschapenbedrijf van Herman en Marianne van Assen uit Zwolle is getroffen door het Schmallenberg-virus. De schapenhouders uit Zwolle hebben te maken met veel misvormde lammeren. De laatste week lijkt het iets beter te gaan, maar de onzekerheid blijft.

Het aflammerseizoen is bij u volop gaande. Hoe gaat het?
We hadden aan het begin van de aflammerperiode heel veel misvormde lammeren. In het begin was wel 60 procent misvormd. Sinds vorige week gaat het iets beter met de geboortes. Ik schat dat nu 20 tot 30 procent van de geboren lammeren misvormd is. Gelukkig is het niet alleen kommer en kwel. Er worden ook veel gezonde lammeren geboren.”

Kunt u aan de ooien zien dat ze geïnfecteerd zijn geweest met het Schmallenberg-virus?
“Soms kun je het aan de ooi al zien. De geboorte komt heel moeizaam op gang en duurt erg lang. Door de misvormde lammeren rekt de baarmoeder niet op, waardoor de geboorte niet vlot. De geboortes zijn daardoor heel zwaar voor de ooi.”

Hoe kan een schapenhouder daar het beste mee omgaan?
“Ik zou schapenhouders willen adviseren om niet zelf te gaan proberen, maar om de dierenarts in te schakelen. Zij zijn deskundig en kunnen de lammeren sneller ter wereld brengen, waardoor de ooi eerder behouden blijft. Wij hebben door de zware geboortes helaas al een paar ooien verloren en onze melkschapen lammeren normaal heel makkelijk af.”

Weet u al iets over de oorzaak van de infectie?
“Daar is nog weinig over bekend. Je zou verwachten dat dieren in een vochtige omgeving sneller besmet zijn, omdat muggen en knutten dat prettig vinden. De melkschapen lopen bij ons om de boerderij, op een vrij droog stuk. Niet direct aantrekkelijk voor muggen en knutten dus.”

Heeft u voor de moeizame geboorten iets gemerkt aan de schapen?
“Achteraf hebben enkele schapen wel diarree gehad, maar toen wisten we niet waar het van kwam. Dat was in dezelfde periode als toen er koeien met diarreeklachten waren.”

Welke maatregelen neemt u verder tegen het virus?
“De infectie is al geweest. Het is nu dus bij iedere geboorte goed in de gaten houden en ooien na een zware geboorte goed behandelen. Daarnaast is het belangrijk om alles goed te registreren. Schrijf op hoe de geboorte ging, hoe de lammeren waren en hoeveel lammeren er waren. De Gezondheidsdienst voor Dieren doet hier ook onderzoek. We hebben de hele periode vanaf het dekseizoen teruggekeken en besproken hoe de dieren behandeld zijn en waar ze hebben gelopen. Hopelijk wordt her hierdoor meer duidelijk over het virus.”

Heeft u enig idee waarom juist uw schapen besmet zijn?
“Ik houd de schapen veel buiten, in een stal is het risico op besmetting door knutten iets kleiner. Maar ik vrees dat er naarmate het lammerseizoen vordert ook steeds meer bedrijven besmet blijken te zijn.”

Heeft de ziekte veel gevolgen voor uw bedrijfsvoering?
“Sommige schapen komen niet of slecht aan de melk, waardoor we minder melkproductie hebben. Omdat slechts een beperkt deel van de lammeren wordt aangehouden voor eigen opfok, lijkt heeft het Schmallenberg-virus een beperkte invloed te hebben voor de continuïteit van de melkschapenstapel. Je zult wel zien dat de beste ooien juist geïnfecteerd zijn. De ooien lammeren hier in groepen af. We hebben in totaal 275 melkschapen en er moeten er nog veertig van deze groep. De volgende groep van 140 ooien is later gedekt. Ik ben benieuwd hoe dat gaat.”