RundveeAchtergrond

Nuka’s doden schaadt imago

Het doden van te lichte nuka’s, veelal vaarskalveren, is slecht voor het imago van de rundveesector. Melkvee- en vleeskalverhouders moeten samen het probleem oplossen.

De vleeskalversector wil graag gezonde, vitale nuka’s opzetten voor een goed rendement en een laag antibioticagebruik. Daarbij is een minimaal nukagewicht van 36 kilo en een opzetleeftijd onder 36 dagen wenselijk.

Afgelopen najaar ontstond commotie toen het er op leek dat verzamelcentra vanaf 1 januari 2015 geen nuka’s onder 36 kilo meer zouden mogen aanvoeren. In eerste instantie was dit de ingangsdatum voor verandering van de IKB-voorschriften Vleeskalverhouderij, maar deze is na weerstand vanuit de melkveesector opgeschort.

IKB-voorschriften

In de IKB-voorschriften staat nu een ingangsdatum van 1 juli 2015. Maar het is nog allerminst zeker of de voorschriften vanaf die datum gelden. “Het is nog een voorlopig voorschrift”, zegt Henk Bekman, secretaris van de Stichting Brancheorganisatie Kalverhouderij (SBK). “In de loop van juni 2015 spreken betrokken partijen opnieuw over de ingangsdatum van deze eis.”

Niet te snel 36 kilo eisen

De werkgroep Overleg kalverhouderij/melkveehouderij, waarin SBK, LTO, Stichting Kwaliteitsgarantie Vleeskalversector (SKV), dierenartsenkoepel KNMvD, Vee&Logistiek Nederland, VanDrie Group en FrieslandCampina vertegenwoordigd zijn, lijkt nu terughoudend in het snel doorvoeren van de gewichtseis van minimaal 36 kilo. Want als melkveehouders hun te lichte nuka’s niet kwijt kunnen aan handelaren, neemt het risico op het doden van de dieren toe. Bij het huidige krappe aanbod van nuka’s valt dat waarschijnlijk mee. Maar als het nuka-aanbod groot is en de prijs laag, zoals in het najaar van 2014, brengen lichte nuka’s niets op. Logisch dat handelaren alleen de zwaardere meenemen. Bij aflevering van een te licht kalf betaalt de veehouder ook nog eens € 100 boete. Wat is dan het alternatief?

[([002_rb-image-1775055.jpeg]:inzetgroot)]

 

Oplossingen

Lichtere nuka’s zijn vaak vaarskalveren. Melkveehouders houden ze liever niet aan voor de eigen opfok. Kalverhandelaren geven aan dat deze kalveren soms worden gedood op het melkveebedrijf of later op het verzamelcentrum. Bij het te snel doorvoeren van de gewichtseis van 36 kilo neemt het risico van doodspuiten toe, met mogelijke imagoschade tot gevolg. “Eerst oplossingen”, zegt Bekman. “Daarom lanceert de werkgroep deze zomer een plan van aanpak om het aandeel lichte nuka’s te verlagen en zo afzetproblemen in de toekomst te voorkomen.”

Twee procent nuka’s te licht

Uit de Nederlandse melkveehouderij komen jaarlijks 750.000 nuka’s, waarvan 72 procent stierkalveren, beschikbaar voor opzet in de vleeskalverhouderij, zegt Henny Swinkels, directeur corporate affairs van VanDrie Group. Swinkels verwacht door groei in de melkveehouderij een toename van het aantal nuka’s naar 800.000 à 825.000. “Jaarlijks zetten we 1,4 miljoen nuka’s op in de vleeskalverhouderij. Het extra nuka-aanbod in Nederland kunnen we goed opnemen.”

Eisen

Volgens Swinkels voldoet 98 procent van de nuka’s aan de eisen van de vleeskalverhouders qua gewicht en leeftijd. Het aantal geslachte en afgemaakte nuka’s in de afgelopen acht à negen maanden schat hij op 10.000. Daarvan is het gros geslacht. “De oorzaak was een tijdelijke verstoring van de markt. Door sterke groei van de melkveehouderij kwamen veel vaarzen aan de melk, waardoor het aandeel lichtere kalveren sterk toenam”, zegt hij. “In najaar 2014 was het nuka-aanbod groot met een dieptepunt in de nukaprijs. Juist in januari hebben we als integratie zwaardere nuka’s nodig om in de zomer aan de grotere Zuid-Europese vraag naar zwaardere slachtkalveren te voldoen.” Momenteel is het aanbod van te lichte nuka’s weer veel lager.

Meer aandacht

Swinkels merkt dat de eerste positieve effecten van overleg tussen de melkvee- en kalversector zijn vruchten afwerpt. “De verzorging van nuka’s krijgt meer aandacht, ze worden zo nodig langer aangehouden en melkveehouders letten meer op stierkeuze.” Een toename van het gebruik van gesekst sperma werkt dat ook in de hand.

De sectoren zijn het erover eens dat er een structurele oplossing moet komen voor een verantwoorde afzet van te lichte nuka’s. “Het doden van gezonde kalveren is zeer ongewenst. We moeten het probleem samen oplossen en hebben elkaar daarbij nodig”, zegt Wim Thus, voorzitter van LTO-vakgroep Vleeskalverhouderij.

[([003_rb-image-1775056.jpeg]:inzetgroot)]

 

KNMvD

De KNMvD vindt dat dierenartsen geen gezonde kalveren moeten doden, ook niet als deze kalveren economisch onrendabel zijn. “Maar in de praktijk kunnen we onze ogen niet sluiten voor nuka’s waarvoor geen afzet is”, zegt Bjorn Roelofs, vleeskalverdierenarts van Dierenkliniek Den Ham. “Soms blijft er weinig anders over dan doodspuiten. Het opleggen van boetes voor afleveren van te lichte kalveren stimuleert overigens het langer aanhouden van nuka’s op melkveebedrijven om het gewenste gewicht te bereiken.”

Lees wat voorzitter Wim Thus, directeur corporate affairs Henny Swinkels en dierenarts Roelofs belangrijk vinden in Boerderij 38.

Beheer
WP Admin