Modder en stof

Bewerking van de Hongaarse bodem blijft moeilijk. De bovengrond is kurkdroog, maar je spoort nog wel 25 centimeter in. Een proef met twee aardappelrassen is al gestart.

Na een hels koude winter kondigde de lente zich dit jaar later aan dan normaal. De ondergrond is ondanks de strenge vorst nat en taai de winter uitgekomen. Terwijl in vorige jaren de wintergranen tijdens de laatste vorst van meststoffen werden voorzien, was dat dit jaar niet mogelijk. Uiteindelijk is in deze omgeving drie weken later begonnen met strooien, op niet-bevroren grond. Grote bedrijven strooiden in de laatste week van maart dag en nacht kunstmest op de wintergranen om de opgelopen achterstand maar in te lopen. Gps is een prachtig hulpmiddel daarbij.

Wijzelf hebben van de gelegendheid gebruikgemaakt het aardappelland van de eerste twee (van vijf) giften te voorzien. Wij zullen dit jaar per hectare 220 kilo kali, 190 kilo fosfor en 130 kilo stikstof plus 40 kilo magnesium toevoegen aan het aardappelland. Bij de eerste twee giften gaven we een keer 400 kilo 5/10/25 per hectare en een keer 300 kilo KAS27.
Met een goede regenbui op de laatste maandag van maart trad de gestrooide meststof onmiddellijk in werking.

Goede ontwikkeling wintergranen

De wintergranen kwamen niet top de winter uit. Wie voor de regenbui van eind maart zijn kunstmest strooide, kende zijn graan na 1 week niet meer terug. Die bedrijven lopen de ontwikkelingsachterstand vlug in. Ik zie het donkerder in voor wie niet bijtijds strooide.

Te nat voor grondbewerkingen

In Hongarije verkijk je je wel eens op de toestand van de grond. Ook al ziet de toplaag er mooi droog uit, de ondergrond wil dan wel eens heel anders zijn. Die regenbui van eind maart heeft dan ook meer liters gegeven dan men wel eens dacht.
Als je grondbewerkingen inzet op ongedroogde ondergrond, krijg je kleigrond die zich bij droogte omzet tot beton.

Ik wil dit jaar een proefplanting doen met twee rassen, een vroeg en een halfvroeg. Daarom kriebelde het bij mij afgelopen vrijdag flink om de cultivator in de grond te zetten. Een zware stofwolk verborg tijdens die grondwerkzaamheden een ondergrond die nog geen gewicht toelaat. De tractor spoorde soms 25 centimeter in.
Vanwege die ondergrond ben ik na 3 hectare dan ook maar gestopt met cultivateren. Daarna heb ik, zo goed en zo slecht het ook moge zijn, de grond voldoende fijn gekregen met de omgebouwde AVR-rijenfrees. Uiteindelijk heb ik afgelopen zondag (5 april dus) het proefje met het ras Lumina ( van Binst Belgium) en Maria Sarah (van Stet Holland) kunnen planten.

Prachtig drogend weer op komst

Het is nu echter nog minstens drie dagen te vroeg om verder te gaan met de werkzaamheden op het land. Er wordt prachtig drogend weer voorspeld, met temperaturen van rond de 25 graden. Ik hoop dan ook de tweede helft van deze week te kunnen gebruiken om de rest van de aardappelen (allemaal van het ras Astrix) in de grond te krijgen. Dan kan ik aan het eind van de paasweek met de maiszaai beginnen.