Snelle Rogge Silage wordt als vanggewas na mais gemaaid. - Foto: Henk Riswick AkkerbouwOpinie

‘Jaarlijkse rituele dans rond datum brengt Piet Adema in spagaat’

De kalenderlandbouw leidt ertoe dat landbouwminister Piet Adema behoorlijk in het nauw zit. Moet hij akkerbouwers ruimte bieden – zoals de Kamer vraagt én zoals hij dat bij maistelers doet – of houdt hij zich aan de afspraak met Brussel?

Prik een datum en je opent het bal. Zo lijkt het een beetje te gaan bij het stellen van deadlines in de landbouw. In het verleden was er een jaarlijkse rituele dans rond de uiterste datum dat je mocht bemesten. De dans kent nu ander thema: de uiterste inzaaidatum voor vanggewassen.

Natuur niet te sturen

Dat de natuur niet te sturen is, dat is wel duidelijk. Door het natte voorjaar werden aardappelen later gepoot en de mais later gezaaid. Hoewel een gewas bij gunstige omstandigheden best wat achterstand kan inhalen, is er dit jaar geen twijfel dat de gewassen lang niet overal oogstrijp zijn. Het groene perceel van de aardappelteler die voor de tv-camera uitlegt dat hij de deadline niet gaat halen, spreekt boekdelen: dit perceel is nog niet oogstrijp.

Oogsten is niet goed voor het gewas en er is ook breed gedeelde twijfel of het beter is voor de waterkwaliteit. Zeker in combinatie met de wens om steeds minder chemie te gaan gebruiken, is het verre van wenselijk om gewassen die nog niet rijp zijn gedwongen eerder te rooien. In de regelgeving is de deadline ook niet voor niets een keuzemogelijkheid: later rooien mag best, maar dat gaat dan wel ten koste van de hoeveelheid mest die het komende seizoen gebruikt mag worden. 5 kilo per hectare in de eerste weken, oplopend naar 20 kilo stikstof per hectare als er na 1 november, of helemaal niet meer wordt gezaaid.

Commissie van Wijzen

Voor het bepalen van de uiterste datum voor het verplichte vanggewas na mais op zand- en lössgronden is een Commissie van Wijzen ingesteld. Deze commissie moet bepalen of de uiterste zaaidatum van 1 oktober voor vanggewassen haalbaar is. De conclusie luidt voor dit jaar: nee, niet altijd.

Hoewel de Technische Commissie Bodem adviseert geen uitstel te geven vanwege het negatieve effect op de waterkwaliteit, heeft demissionair landbouwminister Piet Adema de maistelers op de zandgronden in de noordelijke provincies Drenthe, Friesland en Groningen toch tien dagen extra gegeven. Voorwaarde is wel dat het vanggewas binnen 48 uur gezaaid moet zijn.

Voor akkerbouwers biedt Adema vooralsnog geen extra flexibiliteit, ook al vroeg een Kamermeerderheid daar per motie om. De minister heeft zich in een lastige positie gemanoeuvreerd tussen zijn afspraken met Brussel en zijn opdracht van de Tweede Kamer. Zijn eerdere poging om in opdracht van de Tweede Kamer flexibiliteit te bieden bij de invoering van de bufferstroken, omdat dit beter aansloot bij de landbouwpraktijk, was weinig succesvol.

Ruimte bij handhaving?

Halsoverkop kwam de minister terug vanaf de Grüne Woche in Berlijn om in de ministerraad uitleg te geven waarom hij de regels terug moest draaien. De minister kan met die ervaring op zak eigenlijk niet anders dan geen flexibiliteit bieden. Ook al is de landbouwpraktijk klip en klaar én erkent hij dat door maistelers wel ruimte te bieden. Wat dat betreft, is het ook duidelijk dat de minister wél ruimte zou moeten bieden.

De enige uitweg is misschien wel ruimte zoeken bij de handhaving en ervan uitgaan dat akkerbouwers hun zorgplicht voor de oogst en de waterkwaliteit serieus nemen en zo snel mogelijk na een verantwoord oogstmoment een vanggewas zaaien. Maar dat kan een minister natuurlijk niet hardop zeggen.

Beheer
WP Admin