Het plaatsen van de windmolens bij melkveebedrijf Visscher in Rouveen (Ov.). Visscher investeerde in twee windmolens en 240 zonnepanelen. - Foto: Koos Groenewold RundveeFoto

In twee dagen tijd windmolens uit de grond stampen

Melkveehouder Harm Visscher liet eind juli twee BestWatt-windmolens op zijn bouwblok plaatsen. Boerderij ging langs om dit traject te volgen.

Harm Visscher zit met zijn vrouw Klaasje (38) en zijn vader Jacob (72) in maatschap in Rouveen (Ov.). De maatschap heeft een veebedrijf met 190 melkkoeien en 80 stuks jongvee. Eind juli werden er op het bedrijf twee BestWatt-windmolens achteraan het bouwblok geplaatst. - Foto's: Koos Groenewold

Visscher investeerde in twee windmolens en 240 zonnepanelen. De berekende terugverdientijd is – met inbegrip van Jola-subsidie en duurzaamheidsplus van melkafnemer CZ Rouveen – 6 à 7 jaar. Wind en zon leveren precies evenveel energie: elk 65.000 kWh. Dat past bij de constante energiebehoefte van het sterk geautomatiseerde bedrijf. Overdag zon, ’s nachts en in de winter vooral wind. De oude energierekening van €18.500 per jaar moet straks op nul uitkomen.

Een kleine kilometer achter de boerderij ligt Rouveen dat in de gemeente Staphorst ligt. Deze gemeente kende tot voor kort nog geen beleid voor kleine boerderijmolens. Dat veranderde dit jaar toen molens tot een maximale ashoogte van 25 meter werden toegestaan. Sindsdien komen er snel meer molens bij. Visscher was de eerste boer die een molen van 25 meter hoog liet plaatsen.

Het melkveebedrijf van Visscher vreet behoorlijk veel energie. Er is veel automatisering en alles draait op stroom. Enkele voorbeelden zijn de drie melkrobots, een mestscheider en een voeraanschuifrobot. Het jaarverbruik is 130.000 kWh per jaar. Daarbij staan de koeien ook jaarrond binnen.

De twee windmolens werden eind juli in slechts twee dagen opgebouwd. Visscher koos voor BestWatt nadat hij de molen bij een collega-boer in Dalfsen zag. Het type molen en het Veluwse bedrijfsprofiel spraken hem aan.

Een medewerker is bezig met een van de platen die nodig zijn voor een stabiele ondergrond voor de stempelpoten van de kraan. Zo verzakken de stempelpoten niet in de grond en staat de kraan stabiel tijdens het hijsen.

De twee windmolens bevinden zich op het laatste deel van het bouwblok, pal achter de sleufsilo’s. Wat opvalt is dat er geen betonnen fundament nodig is. De paal is direct in de grond getrild. Vooraf is wel een sonderingsonderzoek gedaan om te kijken hoe diep de funderingsbuis geslagen moest worden. De kast links is de besturingskast van de windmolen; het ‘brein’ van de molen.

Met een kraan wordt de windmolen in etappes opgebouwd. Hier wordt het eerste deel van de 25 meter hoge molen op zijn plek gezet.

Hier gebeurt dat met het tweede deel. De molen is relatief rank.

Hier wordt de turbine van de oplegger getakeld. Er zijn verschillende turbinetypes: 10, 30 en 80 kW. Datzelfde geldt voor de ashoogte. Die kan bij BestWatt maximaal 30 meter zijn.

Als de turbine op de grond ligt, kunnen de rotorbladen gemonteerd worden. De rotordiameter van deze windmolen is 10,5 meter.

Als alle rotorbladen gemonteerd zijn, is het tijd voor de volgende stap. Een kraan tilt het bovenste deel van de windmolen van de grond.

Vervolgens wordt de bovenste helft van de windmolen – bijna net zo lang als de eerste twee delen – voorzichtig naast de onderste helft van de molen gezet.

Daarna takelt de kraan het deel met de turbine en rotorbladen boven de onderkant van de windmolen uit. Een van de bedrijfsmedewerkers staat al te wachten in een hoogwerker.

Hier worden beide delen voorzichtig in elkaar geschoven. Een secuur klusje.

De mastdelen worden over elkaar heen geschoven. Door het gewicht van de molen drukt de mast zichzelf vast.

Visscher koos niet alleen vanwege de ashoogte voor deze molen. Dit type slaat al aan bij een lage windsnelheid van 2 à 2,5 meter per seconde. Een voordeel omdat de veehouder met zijn bedrijf enigszins tussen de bomen zit. Rouveen is niet de grootste windhoek van Nederland.

De twee windmolens stonden na twee drukke werkdagen op hun plek. Het onderhoud van de molens kan straks met een hoogwerker gedaan worden.

Reacties

  1. Het klinkt mooi, eigen molens, maar als je berekent hoeveel kleine molens nodig zijn voor onze energiebehoefte blijft er geen ruimte over om te wonen. Voor Westerkwartier is dat gedaan. 19.000 stuks voor de elektriciteit van die gemeente……
    1 molen op zee is goed voor rond 700 of meer boerderijmolens. Dat scheelt een hoop zichtvervuiling op land. Ik vind het lastig om een goedbedoeld initiatief te bekritiseren, maar na het doorrekenen van de EAZ molens in Groningen is mijn conclusie dat dit te weinig soelaas biedt. Het rendement van kleine lage molens is te laag. De kilowattuurprijs komt op het dubbele van grote molens, het kan alleen uit door subsidie. Het is ook zonde om 2 masten te moeten plaatsen en er dan zo’n klein molentje in te hangen. Nogal in het oog springend en weinig efficient.

  2. 25 meter mast hoogte kun je teminste wat mee, maar die rotor had ik graag een 10 mtr groter gezien(zodat bij bij lage windsnelheden meer produceert) . Hij mag dan wel beginnen bij 2.5 m/s maar wat produceert hij dan? En van de lage windsnelheden hebben we het meeste. Als je de de laatste 30 jaar bekijkt neemt het steeds wat af met de gemiddelde windsnelheid. Zonnepanelen zitten rond de 0.9 euro/kw (geproduceert) investering maar die kleine molens gaan richting de 1.50 euro/kw. En die nieuwe grote molens zoals bij de afsluitdijk rond de 0.50/kw.

Beheer
WP Admin