RundveeOpinie

Geme(e)n(t)e ratten!

Je hoeft niet naar een exotisch land te emigreren om vriendjespolitiek, machtsmisbruik en corruptie te ondervinden.

Toen wij hier kwamen wonen telde ons dorpje vijf boerenbedrijven. Nu zijn er nog drie over, waarvan dat van ons er een is. De twee collega-boeren zitten in de gemeenteraad. Eén boer hield twee jaar geleden op (en zit op dit moment in de gevangenis) en ja, ik ben de ‘Landwirtskollegin aus Holland’ (zie een na laatste alinea).

De andere boer is een paar maanden geleden gestopt. Hij heeft een stuk weiland van de gemeente gepacht en dat komt nu vrij. We weten nog dat hij klaagde hoeveel pacht hij moest betalen voor ‘23 Morgen land’ ofwel 5,75 hectare. Dat stuk land ligt naast het perceel dat wij van de gemeente hebben gepacht en is groter.

Onjuiste perceelsgrootte

Nu komt het: in het wekelijkse gemeenteblaadje stond een paar weken geleden een oproep voor de overgebleven drie boeren om te bieden op het te pachten weiland, zijnde 3,25 hectare groot. “Daar klopt geen bal van”, zei Henk. Hij pakte een plattegrond erbij en een liniaal. “Dat stuk is zeker 5,75 hectare groot, groter dan ons stuk ernaast.”

Op de avond dat er geboden mocht worden, kaartte Henk nog even aan dat de grootte van het perceel niet klopt. Dat zie je verkeerd, werd er gereageerd. Een ander gemeenteraadslid beweerde dat Henk het verkeerd inschatte omdat het perceel scheef is. Het bieden begon en de plaatsvervangend Ortsburgemeester bood stevig tegen Henk op, die uiteindelijk opgaf. Thuisgekomen zei Henk nog: “Toch klopt het niet, maar de ander ging zo hoog dat ik maar ophield met bieden.”

Nieuwe pachter betaalt minder

Iets daarna moesten we naar het Kreisverwaltung in Daun om formulieren in te leveren met gegevens over welke stukken land we in eigendom hebben en welke we pachten. De ambtenaar had zijn computer aan en Henk vroeg hoe groot het stuk weiland naast het onze precies was. De man startte een programma op, klikte het perceel aan en zei: “Dat stuk weiland is 5,75 hectare groot, maar dát pachten jullie toch niet? Het is van een andere boer, die hier gisteren was. Hij heeft het toen doorgegeven.” “Dat klopt”, antwoordde Henk. “We wilden het even checken, want die boer betaalt pacht voor maar 3,25 hectare.” Vervolgens zei de ambtenaar: “Het is 5,75 hectare, maar over de pacht ga ik niet. Misschien is er een gedeelte niet te bewerken?” Ja, zulke stukken zitten ook in het land dat wij van de gemeente  pachten, maar ook voor de niet te bewerken gedeelten moeten we gewoon betalen.

Onderweg naar huis keek Henk me aan en zei: “Ik wist het wel. Ze beliegen je waar je bij staat. Dat wil dus zeggen dat de nieuwe pachter minder betaalt voor het hele stuk dan de vorige pachter heeft gedaan.” De hele gemeenteraad wéét dat we grond nodig hebben. “Had maar doorgeboden”, zei ik nog.

Dreigbrief

Dat deze gemeenteraad nog wel meer liegt en bedriegt bleek onlangs, toen we tot onze grote verbijstering via de Verbandsgemeinde een dreigbrief kregen. We zouden, volgens de Ortsburgemeester (die het bedrijf aan ons verkocht heeft),  zonder toestemming van de gemeente derden hebben ingehuurd om sleuven in de zandweg achter ons bedrijf te graven om het water dat nog steeds bij ons naast de kuilhoop uit de grond komt, weg te laten lopen. Dat mag niet naar links en niet naar rechts afgevoerd worden, het mag alleen ons maisland in lopen. In natte tijden als nu is het 5 kuub per uur, soms wel meer. Dan kun je de mais ook wel vergeten.

Stiekem graven

Ik heb de afgelopen jaren een aantal maal gezien dat een kraan in ons maisland bezig was een gat te graven, zodat het water het land inloopt. Toevallig gebeurde het precies tijdens het melken; onze buren zijn de vader en de zoon van de Ortsburgemeester en horen de melkmachine. De eerste vier keer liep ik er op af, maar dan draaide de kraan en ging er als een haas vandoor. De laatste twee keer dat er zomaar in ons maisland gegraven werd, anderhalve maand geleden, ging Henk er op af. “Dit doen we in opdracht van de Ortsburgemeester”, kreeg hij te horen. We haalden de kadastrale plattegrond  erbij, waarop duidelijk staat aangegeven dat het land ons eigendom is, en ook nog eens bij een naastgelegen gemeente hoort.

Geen steun meer

De bewuste brief kwam een week nadat een lid van de gemeenteraad, boer en veehandelaar, op ons erf kwam om te vragen waarom we koeien aan een ander verkochten in plaats van aan hem. “Omdat die ander een eerlijke prijs betaalt”, antwoordde Henk. De man dreigde daarop Henk met de woorden: “Als jij kalveren aan een ander verkoopt, zul je binnenkort wel merken wat er gaat gebeuren. Ik heb altijd mijn hand boven je hoofd gehouden bij de gemeenteraad.” En inderdaad, na een week hadden we de brief in de bus.

Rechtshulp doet niets

We hebben onze rechtsbijstandverzekering gebeld voor hulp bij een eventuele rechtzaak. De verzekeraar zei, zoals we al verwachtten, meteen: “Daar beginnen we niet aan.” Henk vroeg daarop: “Maar waarom hebben we dan al die jaren bij u een rechtsbijstandverzekering? Vanaf het begin wilt u ons al niet helpen. Niet toen het huis instortte, niet toen de koeien dood gingen, niet in verband met de wateroverlast, niet bij de verkeerd berekende bijdrage aan de stoep in het dorp door de gemeente. Zaken die de verkoper allemaal heeft verzwegen.”

De hoorn werd op de haak gegooid. Ik belde de man terug, en vroeg waarom hij dat deed (het was niet de eerste keer). “Uw man bedreigt ons”, was het antwoord. “Nee, dat is niet waar”, zei ik. “Ik stond namelijk naast hem en hij vroeg alleen waarom we een rechtsbijstandverzekering bij u hebben als u toch helemaal niets voor ons wil doen.”

Wordt vervolgd…

Beheer
WP Admin