Partner
RundveePartner

Ergonomie belangrijk criterium voor keuze melkstal

Het melkveebedrijf van familie Ribberink heeft de laatste jaren een metamorfose ondergaan. Een verdubbeling van de veestapel in de laatste zes jaar, een nieuwe stal én een fraaie nieuwe melkstal sieren het erf in Denekamp. “We hebben tot nu toe geen moeite melkers te vinden”, vertelt Sjoerd Ribberink. “Maar we hebben dan ook een zeer arbeidsvriendelijke melkstal.”

Vanaf het erf loop je in één rechte lijn zo de melkstal in bij familie Ribberink in Denekamp
(Overijssel). Geen opstapje of trapje, je staat meteen in de put op ooghoogte van de uiers. “Voor de kleinere of grotere melkers kunnen we de hoogte van de putvloer ook nog aanpassen”, vertelt Sjoerd Ribberink over de 1 jaar jonge, 2×16 Rapid Exit SAC-melkstal.

De ergonomie was een belangrijk criterium voor de keuze van deze melkstal. “Een balansarm, lichte melkklauwen, een oplopende wachtruimte met een opdrijfhek én een radio zorgen voor arbeidsgemak”, somt Sjoerd de voordelen op van de fraaie lichte melkstal. “Daarbij hebben we ook een dumpemmer met een aparte melkklauw, zodat je niet hoeft om te koppelen. Je kunt schoonmaken wanneer het even uitkomt.”

Melkstal gebouwd voor robots

Ruim een jaar geleden maakte het melkveebedrijf van familie Ribberink een enorme ontwikkeling door. De oude stal met flinke overbezetting en een 2×8 melkstal waar 7 uur per dag gemolken werd, vroeg om een beslissing. “Met een nieuwe stal groeide de veestapel. In eerste instantie wilden we voor een tweedehands melkstal gaan en later robots erin zetten”, vertelt Sjoerd. Hij wijst op de ruimte vooraan de stal waar een spantvak extra en vier robots hadden kunnen staan. “De gedachte aan robots was vooral ingegeven doordat we verwachtten dat het in de toekomst lastig zou worden goede melkers te vinden.”

Na wat intensiever afwegen koos familie Ribberink toch voor traditioneel melken. “We weiden de koeien ook, dat is met robotmelken én een grote koppel wel een uitdaging”, noemt Sjoerd als één van de doorslaggevende redenen. “Bovendien houden we wel van structuur in ons bedrijf, ook omdat we het landwerk grotendeels zelf doen. In de melkstal heb je de koeien ook allemaal gezien voordat je op de trekker springt.”

Als derde reden noemt de jonge ondernemer, die samen met zijn familie het bedrijf runt, dat de familie graag werkt met medewerkers. “We hebben voor deze bedrijfsomvang gekozen om met meer mensen het werk rond te kunnen zetten. Dat geeft meer flexibiliteit en vrijheid om andere dingen te doen.” Rond 4.30 uur zet Sjoerd de melkmachine aan; de ochtendmelking doet hij meestal zelf. Rond 7.15 uur is hij klaar, net voordat de loonvoerder het rantsoen voor de koeien draait. “Rond een uur of 8 ’s morgens hebben we alles gevoerd en gemolken.”

Foto: 2

Capaciteit van 130 koeien per uur

De vraag welke melkstal het zou moeten worden, was vrij snel beantwoord, vertelt Sjoerd die door zijn werk in het buitenland in veel verschillende melkstallen heeft gewerkt. “Dat het plezierig moet melken stond voor ons bovenaan het wensenlijstje”, zegt Sjoerd, die vertelt dat er wel zeven verschillende melkers zijn. “Ze komen hier allemaal met veel plezier melken.”

De keuze voor een 2×16 betekent dat één persoon het melken alleen kan doen. “Dan kun je 130 koeien per uur halen. En als je echt wilt opschieten, kun je ook met twee personen melken. Dan is 170 koeien per uur wel haalbaar”, aldus de melkveehouder.

De zij-aan-zij stal geeft daarbij een goed overzicht van alle koeien. “Bij een carrousel is de koe op een gegeven moment uit het zicht verdwenen. We wilden graag nacontrole doen en dippen. Bovendien is de beweging in de zij-aan-zij gevarieerder doordat je ook loopt. We denken dat je daarmee lichamelijke klachten door veel dezelfde beweging te maken voorkomt.”

Over het merk van de melkstal was weinig discussie. Sjoerd: ‘We hebben altijd goed met SAC gemolken. Ze zijn scherp in de prijs en we hebben een strakke service hier in de buurt. Dan hoef je eigenlijk niet verder te kijken.”

Foto: 3

Puntjes op de i met Unitrack

Met het groeien van de veestapel zet de melkveehouder nu de puntjes op de i. Met Unitrack sensoren wordt de gezondheid, de herkauwactiviteit en de tochtigheid van de veestapel gemonitord. “De tussenkalftijd was bij de bouw van de stal opgelopen. Die is inmiddels weer gezakt”, zegt Sjoerd. Hij vertelt dat het tankmelkcelgetal rond 120.000 cellen/ml ligt. “Het streven is om dat te laten dalen naar 100.000 cellen/ml, zoals we het altijd gewend zijn.”

De productie van de koeien ligt nu rond 10.000 kilo melk, met 4,39% vet en 3,75% eiwit. “De basis zijn die goede gehalten, wellicht dat we in productie omhoog kunnen”, verwacht Sjoerd. Hij benadrukt dat de gehalten belangrijk zijn voor het bedrijf. “Met twee keer daags melken en deze gehalten kunnen we efficiënt geld verdienen.” Dat moet ook wel na zo’n investering, geeft hij lachend aan. “We hebben de omvang van de veestapel nu wel op orde. Als we groter willen groeien, moeten we meer grond erbij verwerven. De melkstal kan een verdere groei makkelijk aan.”

Beheer
WP Admin