Foto: Koos Groenewold PluimveeNieuws

Eendenhouders moeten dode dieren door GD laten onderzoeken

Eendenhouders in de Gelderse Vallei moeten wekelijks gestorven eenden insturen naar de Gezondheidsdienst voor Dieren voor onderzoek op vogelgriep. Met deze extra maatregel wil het ministerie van LNV een vogelgriepbesmetting op eendenbedrijven eerder signaleren.

Eenden kunnen besmet raken met (hoogpathogene) vogelgriepvirus (HPAI) zonder dat dit wordt opgemerkt. De ziekte verloopt bij eenden vaak subklinisch, dus zonder duidelijke verschijnselen. Eenden gaan soms dood aan vogelgriep, maar op koppelniveau is de sterfte vaak beperkt.

Ook de andere verschijnselen, zoals water- en voerinnamedaling, zijn niet altijd significant. Dat betekent dat eendenhouders een besmetting niet snel opmerken en een besmetting een tijd lang ongemerkt kan verlopen.

Door wekelijks dode eenden te onderzoeken op het vogelgriepvirus wordt de kans groter dat een infectie toch aan het licht komt. En verkleint de kans dat het eendenbedrijf een besmettingsbron vormt voor andere pluimveebedrijven. Bovendien kan de verspreiding van het vogelgriepvirus zo beter worden gemonitord.

Maatregel bovenop meldingsplicht

Deze aanvullende maatregel komt bovenop de meldingsplicht ‘verschijnselen aviaire influenza eendenhouderijen’. Die houdt in dat eendenhouders vanaf de zevende dag van opzet verhoogde sterfte bij hun eenden moeten melden als de sterfte 0,15% of meer is per dag gedurende twee opeenvolgende dagen, of als op een dag de uitval 0,5% of meer is en gelijktijdig de voeropname met 5% is gedaald.

De verplichting om wekelijks (maximaal vijf) gestorven eenden in te sturen naar GD geldt uitsluitend voor eendenhouders in de regio’s 7 en 10 (Gelderse Vallei Zuid en Gelderse Vallei Noord). De maatregel is op 2 mei ingegaan.

Lees het laatste nieuws en achtergronden over vogelgriep

Beheer
WP Admin