Duitse retailers gaan Duits herkomstlabel voeren

Duitse voerleverancier

Bij vlees en vleeswaren gaat het om varkens-, rund-, kalfs- en pluimveevlees. De volledige productie moet in Duitsland plaatsvinden, vanaf de geboorte van de dieren tot aan het verwerken en verpakken. Voor pluimveevlees geldt dat ook de ouderdieren in Duitsland moeten worden gehouden. Bovendien moet het voer worden afgenomen bij een in Duitsland gevestigde voerfabrikant. Het voer mag afkomstig zijn uit het buitenland, omdat niet voldoende Duits voer beschikbaar is. Het is de bedoeling het aandeel van in Duitsland geproduceerde voer geleidelijk te vergroten.

Voor de andere vleessoorten geldt niet dat het voer van de dieren van een fabrikant in Duitsland moet komen. Dat is het wel het geval bij leghennen. De criteria voor eieren worden aangescherpt in 2025, dus een jaar na invoering van het label. Dan moeten de uitkomst van de broedeieren en de opfok van de kuikens ook in Duitsland plaatsvinden. Daarmee wordt dan meteen een ander vraagstuk aangepakt. In Duitsland mogen geen eendagskuikens worden gedood, maar tot frustratie van de broederijen is het wel toegestaan hennetjes te importeren waarvan in het buitenland de eendagshaantjes zijn gedood.

Transparantie

Consumenten kunnen door het label in één oogopslag zien dat het Duitse producten betreft. Gutes aus deutscher Landwirtschaft moet de vraag naar lokale producten stimuleren. Het label wordt beheerd door de Zentrale Koordination Handel-Landwirtschaft (ZKHL). Het werd ontwikkeld in samenwerking met de diverse sectoren. ZKHL-bestuursvoorzitter Josef Sanktjohanser noemt het oorsprongslabel een belangrijke stap om de positie van de landbouw en voedingsmiddelenindustrie in Duitsland te versterken. “Het staat voor transparantie en biedt consumenten de zekerheid waar ze behoefte aan hebben.”

Zuivel

Voor zuivel gelden iets andere regels. Daar worden de afspraken niet centraal geregeld, maar in bilaterale afspraken tussen zuivelverwerker en retailer.