Daarom ben ik boer: ‘Varkens zijn mijn hobby’

Gert Altena (49) heeft in Hoogenweg (Ov.) een bedrijf met 530 zeugen. Het is een hoogproductief bedrijf met 17,6 levend geboren biggen per worp. Dit jaar bereikte hij de grens van 40 gespeende biggen per zeug per jaar. Het gemiddelde van het afgelopen half jaar lag op 38,6 gespeende biggen. – Foto’s: Jan Willem Schouten

“Al op jonge leeftijd hield ik kippen, konijnen en duiven. Op m’n tiende had ik ook al twee kalfjes. Het boerenbloed zat er al vroeg in.

We hadden vroeger een gemengd bedrijf, met 150 zeugen, 10.000 vleeskuikens en 10 zoogkoeien. In de jaren tachtig werd mijn vader ziek. Hij kreeg last van eczeem en kon het werk in de stal niet meer doen. De bedrijfshulp werd ingeschakeld en mijn moeder sprong bij. Na schooltijd hielp ik ook mee.

De ziekte van mijn vader werd erger en erger, steeds vaker belandde hij in het ziekenhuis. Op een ochtend stond hij weer met z’n tas klaar om opgenomen te worden. Ik wilde net naar school gaan toen hij vroeg: ‘Weet je zeker dat je boer wilt worden? Anders wordt het bedrijf nu verkocht.’ Ik was 14 en wist weinig van het bedrijf en wat er bij kwam kijken. Toch was het een gemakkelijke keuze.

_{Lees verder onder de foto‘s.}

Altena heeft alles ik in de praktijk geleerd.

Onervaren

Ik was 16 toen ik volledig thuis aan de slag ging. Er ging eerst van alles mis, want ik was jong en onervaren. Alles heb ik in de praktijk geleerd. Ik leerde de verschillende varkensziektes niet uit een boekje, maar maakte ze in de praktijk mee. Daar heb ik veel van geleerd. Misschien ben ik daardoor ook wel zo gemotiveerd geraakt om de beste technische resultaten te halen. Ik wilde bewijzen dat ik het in me had. Zo van: ‘zie je wel, ik kan het wel’.

De puntjes op de i, eruit halen wat erin zit, dat is voor Gert de uitdaging.

Uitbreiding zeugentak

In de loop der jaren heb ik afscheid genomen van de kuikens en de koeien en heb ik de zeugentak uitgebreid naar 600 dieren. Varkens houden is echt mijn hobby. Ik houd zoveel mogelijk gegevens bij en kijk hoe ze op bepaalde producten reageren. Aan de hand daarvan beslis ik of het lonend is om ermee door te gaan.

Het aantal levend geboren biggen is in de loop der jaren flink gestegen. Biggen overleggen moet goed gebeuren om de overlevingskans te vergroten. Dat vind ik het mooiste werk. Ik geniet ervan om grote aantallen biggen aan de uier van de zeug te zien.

Er is plek voor 600 zeugen. Meer hoeft van Gert niet, want hij heeft geen opvolger.

Geen opvolger

Ik streef ernaar om technisch goed te draaien. Dat betekent automatisch dat ik veel uren in de stal doorbreng maar dat vind ik geen enkel probleem.

Ik was van plan om het bedrijf verder uit te breiden. Na een paar slechte varkensjaren is dat er niet van gekomen en inmiddels kijk ik er anders tegenaan. Ik heb namelijk geen opvolger. Ik probeer de stallen up-to-date te houden en uit het bestaande bedrijf het maximale te halen. Daarom ben ik boer.”

Het mooiste dat er is voor Gert: grote aantallen biggen aan de uier.

Lees ook: Boer zijn is veel meer dan werk