De verschillen in standen waren vroeger van de kleding af te lezen. De vrouw links is de boerin, de vrouw naast haar is een dienstmeid. De mannen in het midden zijn boerenknechten, de man rechts draagt zijn dure lakense pak. Zeer waarschijnlijk was hij de boer des huizes. - Foto: Misset BoerenlevenAchtergrond

Boerin in klederdracht straalde rijkdom en status uit

Heel praktisch was het niet, maar daar was klederdracht ook niet voor bedoeld. Het was kleding om mee te pronken en te laten zien hoe rijk je was.

Een erg oude foto, gemaakt in 1931, toont een boerengezin met meiden en knechten. De klederdracht van de boerin maakt duidelijk dat dit op Zuid-Beveland was. Daar vielen vooral de grote, brede mutsen op. Op andere eilanden waren de mutsen veelal kleiner.

De muts op de foto is een overmuts. Dat was een kostbaar stuk en zij werd alleen gedragen bij speciale gelegenheden en op zondagen. Voor doordeweekse dagen was er een eenvoudiger muts. Later op de dag kleedde men zich om en werd een iets groter exemplaar opgespeld.

Onder de zichtbare overmuts zat een ondermuts. Die had aan de voorkant een driehoekige uitsparing voor de haarrol. Ook die werd, net als de overmuts, door de jaren heen steeds groter en breder.

Elk eiland, elke streek en soms zelfs elk dorp had een eigen dracht. De codes daarvan waren voor buitenstaanders amper te lezen. En dat is nog steeds zo. De dragers zelf wisten echter heel goed wat al die kettingen, sierspelden, oorijzers (in Zuid-Beveland werden die stikken genoemd) en vele lagen stof hadden te betekenen. Aan de kleding was onder meer af te lezen of het een zondag betrof of niet, of iemand in de rouw was, welk geloof men aanhing en vooral hoe rijk iemand was. Want dat was waarschijnlijk de belangrijkste functie van al die pracht en praal.

Hoewel de doordeweekse dracht voor op het land wat eenvoudiger was, bleef het vrij onpraktisch. Dat men er toch aan vasthield was puur uit oogpunt van status en ‘de ijdelheid der vrouwen’.

Dit is een artikel in de Boerenleven-rubriek 'Boerin'. Meer verhalen uit deze rubriek vind je hier.

Reacties

  1. Zeker wat Zuid Beveland betreft, daar was voor de mutsen ook duidelijk onderscheid tussen katholiek en protestants. En wat de welgesteldheid betreft was dat voor de vrouwen het verschil in grootte van de bloedkoralen en de stikken. Voor de mannen was er onderscheid in grootte van de (gouden) knoppen (geen knopen) van de broek, waar letterlijk de broek mee werd opgehouden. Met knopen werd in die tijd niet gewerkt. Niet bij de mannen en niet bij de vrouwen. De kleding van de vrouwen werd volledig met spelden bij elkaar gehouden.

Beheer
WP Admin