Herkomst verboden stof geen reden voor herzien inhouden premie

Den Haag – Het feit dat chlooramfenicol in stro en mais zit, is voor staatssecretaris Sharon Dijksma van landbouw geen reden om niet uitgekeerde slachtpremies aan een vleeskalverbedrijf alsnog uit te keren. Dat blijkt uit een brief aan het bedrijf, die ook naar de Tweede Kamer is gestuurd.

Bij het vleeskalverbedrijf werd bij een controle van de Algemene Inspectiedienst in 2003 een minimale hoeveelheid chlooramfenicol aangetroffen bij een kalf. Dit leidde op basis van Europese regelgeving tot korting op de Europese premie. Voor het bedrijf betekende dit een schadepost van 250.000 euro.

Uit recent onderzoek van de Wageningen UR blijkt dat stro en mais van nature chlooramfenicol bevatten. Omdat stro en mais tot het rantsoen van de kalveren behoort, vindt het veebedrijf Borger vleesproductie dit een verklaring voor de aanwezigheid van de stof bij het dier. Het bedrijf wil hierdoor alsnog aanspraak maken op de premie.

Dijksma zegt dat het voor de wetgeving geen verschil maakt hoe de chloofamfenicol in het dier terecht is gekomen. De norm van 0,30 microgram per kilo werd overschreden omdat er 0,31 microgram werd aangetroffen. De herkomst van de stof doet niet terzake, evenmin of het bedrijf een verwijt gemaakt kan worden.

Het bedrijf voert al jaren een juridische strijd over de premie.