RundveeOpinie

Brandmerken

Iedereen drukt ons een stempel op, nu ook LTO. Binnen de fokkerij is dat helemaal niet nieuw.

De Nederlandse agrarische sector is toch wel wonderlijk bezig. Lange tijd hadden we alleen last van ‘buitenstaanders’ of politici die ons stempels opdrukten. Nu verschuift dat brandmerken naar binnen de landbouw. Onze

belangrijkste belangenbehartiger LTO maakt zichzelf volgens mij belachelijk met iets wat zij ‘toekomstvisie’ noemt. Hierin wordt nader ingegaan over wat nu de hedendaagse gewenste en ongewenste bedrijven of ondernemers zijn.

Natuurlijk is een grondgebonden melkveehouderij, zelfvoorzienend in ruwvoer met idyllische plaatjes van grazende koeien, makkelijk te verkopen bij politiek en burger, lees: de consument.

Maar waarom hebben wij met zijn allen nu een belangbehartiger? Juist, om ook als het idyllische plaatje even niet zo makkelijk te verkopen is, tegen emoties in met feiten en waarheden op een open manier te communiceren over wat en waarom de hedendaagse praktijken zijn zoals ze zijn. Burgers, banken, beleid en portemonnaie hebben er nu eenmaal voor gezorgd dat er tegenwoordig ook grondloze bedrijven zijn gekomen, dat er koeien opgestald worden en dat er schaalvergroting plaatsvindt.

Dat LTO na het presenteren van zijn eigen visie nog een stap verder gaat met het meetrekken van melkfabrieken

en het oproepen van banken en gemeenten om ‘ongewenste’ plannen niet meer goed

te keuren dan wel te vergunnen, is verraad van de bovenste plank. Deze toekomstvisie is niets anders dan een dolksteek toegebracht vanuit je eigen familie.

Het aanbrengen van verschillen, bestempelen van termen als gewenst en ongewenst is momenteel ook aan de orde van de dag binnen de actuele wereldfokkerij. Niet over rassen maar diepgaander, over DNA, genen en merkers. Mensen, stropdassen en zelfuitgeroepen geleerden hebben op basis van hun eigen diepgaande onderzoeken geconcludeerd welke genen en merkers superieur zijn ten opzichte van andere inferieure genen. Huidige stierenselecties gebeuren wereldwijd nog bijna uitsluitend op basis hiervan. Een jonge stier die niet of minder

‘gezegend’ is met de genen waarvan wij aannemen dat ze de superieure zijn, krijgt linea recta een enkeltje mesthok.

Met het uitsluiten van het een en het vermeerderen van het ander, wordt in eerste instantie de basis smaller. We verliezen variatie en daarmee mogelijk genen, lijnen en families die we in de toekomst nog wel eens hard nodig kunnen hebben. Gelukkig is vaak bij iedere grote stroming een tegenbeweging die sterker wordt naarmate de algemene stroming groter, sterker en machtiger wordt. Bewuste, doelgerichte individuele fokkers en kleine ki-organisaties die ‘bloemetjes buiten het perk’ hun verdiende kansen geven. Een eeuw rundveefokkerij heeft vooral geleerd dan juist dát keihard nodig is. De meest invloedrijke stieren van het ras, die de grootste vooruitgang hebben aangebracht, waren nagenoeg zonder uitzondering afkomstig van buiten het perk.

Beheer
WP Admin