PluimveeNieuws

Nieuwe regels mestmarkt onacceptabel voor LTO/NOP

Draconisch en volledig misplaatst als het om de pluimveesector gaat. Dat was – kort samengevat – de eerste reactie van het voltallige LTO/NOP-bestuur op door het ministerie van Economische Zaken voorgestelde nieuwe regels voor de mestmarkt.

De beleidsmakers van de overheid dropten half januari strenge, moeilijk uitvoerbare en dure maatregelen in een overleg met LTO, NVWA, Cumela, TLN en Economische Zaken over ‘versterking naleving mest’ naar aanleiding van berichten in de media over mestfraude en zogenaamde ‘zwarte mest’. LTO/NOP-voorzitter Eric Hubers: ,,Voor ons onacceptabele regels, omdat de voorgestelde maatregelen de verkeerde treffen. Mestfraude in de pluimveesector is geen issue, bij ons levert mest geld op of kost het minder om het legaal af te zetten dan om het illegale spoor te bewandelen.” Omdat de vakgroep pluimvee vreest voor de mogelijke gevolgen, wil ze de situatie in de pluimveesector beter voor het voetlicht brengen bij het ministerie.

Vanuit het ministerie van EZ werd geïrriteerd gereageerd op de mediaberichten over mestfraude van onder andere Jaap Haanstra, voorzitter LTO-vakgroep Akkerbouw, en Hans Verkerk van Cumela dat 30 tot 40 procent in de mestmarkt zwarte mest zou zijn. Het ministerie wordt door de berichtgeving min of meer gedwongen om te komen met drastische maatregelen. Bovendien liggen al vragen uit Brussel voor, net op het moment dat er onderhandeld wordt over de vijfde derogatie. Het ministerie wil een strak keurslijf gezien de omvang van de fraude en pleit voor gps verankerd in de mestaanhangers, verplichte onafhankelijke mestmonstername per aflevering en certificering van intermediairs. Hubers: ,,Een aantal voorstellen is volledig onwerkbaar voor de pluimveesector. Zo is de koppeling van gps aan het getrokken voertuig niet toepasbaar op containerbakken, zoals volop gebruikt in de pluimveehouderij. Het bemonsteren van elke vracht mest is bovendien schieten met een kanon op een mug.”

Het steekt LTO/NOP vooral dat de pluimveehouderij het slachtoffer lijkt te worden van fraude waar zij part noch deel aan heeft. Hubers: ,,93 procent van onze mest gaat naar de verbrandingscentrale in Moerdijk of gaat bewerkt weg voor export. Slechts 7 procent gaat naar de akkerbouw. De fraudedruk in de pluimveesector is zeer laag om de simpele reden dat er met mest geld te verdienen is. Dat hebben buiten de sector helaas maar weinig mensen tussen de oren.” Zijn bestuur hoopt dat besluiten worden genomen op basis van risico’s en feiten en dat een sector die zijn afzet duurzaam heeft georganiseerd niet wordt opgezadeld met strafmaatregelen.

Beheer
WP Admin