Voor jonge boeren blijft de bedrijfsovername een moeilijk te nemen horde.
Bij ons thuis is de bedrijfsovername gemakkelijk, omdat wij – jammer genoeg – maar een zoon hebben. Maar ja, er kwamen niet meer. De overdracht aan Hans kan dus probleemloos verlopen.
Anders is het als er meer kinderen zijn. Of als de ouders een te zware hypotheek hebben moeten nemen, om wat voor reden dan ook. Dan wordt het moeilijk om het bedrijf over te dragen. Geen wonder dat NAJK dit thema hoog op de agenda heeft geplaatst.
Ook de Bond van Landpachters en Eigen Grondgebruikers heeft dit punt als eerste geplaatst in hun voorstel voor de herziening van het pachtstelsel. “Pacht maakt overname gemakkelijker, omdat een ander de grond financiert”, zo stelt de Bond. De pachter kan zich dan richten op de exploitatie van de grond. Allemaal waar, maar het is de vraag of het de oplossing is voor de jonge boer. De pachtprijzen zijn hoog en er staat geen waardevermeerdering van grond tegenover.
Fonds voor bedrijfsovername blijkt garantieregeling
Ik had de hoop gevestigd op de overheid. Het kabinet Rutte kondigde eerst aan een fonds op te richten van € 75 miljoen om bedrijfsovername te vergemakkelijken. Vergeet dat laatste maar. Dat blijkt nu de voorwaarden voor het fonds bekend zijn gemaakt. Het is een garantieregeling voor een lening waardoor jongen boeren uitgedaagd worden te investeren in duurzaamheid en innovatie. Deze moeten passen in de landbouwvisie van minister Schouten.
Van grond kun je rentenieren, van je spaarcenten niet, of anders uiterst sober
Geen steun dus bij overname, alleen garantie voor leningen voor duurzame investeringen. Dat is anders dan ik had verwacht.
Dan komt de oplossing van de landpachters weer in beeld: bij overname het bedrijf pachten. Als het in eigendom van de familie is, dan kunnen grote Fondsen en Pensioenverzekeraars de grond kopen. Dat doen ze graag, want door de jaren heen is het een prima belegging.
Boerengrondbank kan jonge boeren helpen bij uitbreiding
Het lijkt me niks. De boer zwoegt voor de pacht en de eigenaar krijgt, naast een jaarlijks rendement, bij stijging van de grondprijzen een uitstekend resultaat. Als de pachter stopt, is zijn opbrengst vaak gering. Van grond kun je rentenieren, van je spaarcenten niet, of anders uiterst sober.
Daarom zou er naast het garantiefonds een soort nationale grondbank moeten komen. Hierin stort de overheid geld. Daarmee koopt de grondbank grond aan van boeren in een opvolgingssituatie. Die grond wordt voor een redelijke pacht aan de jonge boer verpacht. Die krijgt echter het recht de grond over te nemen als het hem past. Bijvoorbeeld voor een geïndexeerde prijs. Ook in gedeelten. Hij kan dan langzaam zijn grondbezit uitbreiden en profiteren van de prijsstijging.
Een boerengrondbank dus. Daarvoor zal echter meer nodig zijn dan de armzalige € 75 miljoen, die nu als garantieregeling wordt opgevoerd. En waarom ook niet? De grond is dan eigendom van de Grondbank en de regering hoeft anders niets te doen dan financieren. Risico is er praktisch niet.