Nu doorpakken met de ganzen

Dit jaar mag voor het eerst CO2-gas worden gebruikt om grote aantallen zomerganzen te doden.

Dat is een noodzakelijke stap in het beheersbaar maken van dit probleem. Eigenlijk zou het al een jaar eerder, maar dat strandde op Brusselse bureaucratie.

Het vergassen van ruiende en vliegvlugge jonge ganzen wordt in het ganzenakkoord gezien als een onmisbaar ‘gereedschap’ in het terugdringen van de aantallen ganzen die ’s zomers in Nederland vertoeven en schade veroorzaken aan landbouwgewassen. De afspraak was dat in ruil hiervoor ’s winters de ganzen langer met rust worden gelaten.

Het is te verwachten dat de publieke commotie nu hoog gaat oplopen. Het is geen fijn gezicht als zulke mooie dieren de dood vinden. Actiegroepen zullen alles uit de kast halen. Alle bekende argumenten zullen op tafel komen. Van de veronderstelde ‘wreedheid’ van deze methode (valt wel mee) tot de vele alternatieven die er zouden zijn – zoals landbouwpercelen onaantrekkelijk maken voor ganzen, wat nogal naief is gedacht.

Nederland is een ideaal ganzenland. Zowel ontwikkelingen in de landbouw als in het natuurbeheer hebben daaraan bijgedragen. Daar moeten we vooreerst mee leven. Hier hoort – helaas – bij dat de ganzenpopulatie beheerd moet worden, anders loopt het de spuigaten uit. Het valt Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer te prijzen dat ze bij hun eerder genomen besluit blijven. Nu doorbijten betekent een aanvaardbare situatie voor de langere termijn.