AlgemeenOpinie

Boze ogen beloeren ons

Wij denken dat we als boeren vrij kunnen ondernemen. Dat is het aantrekkelijke van het vak. Maar ondertussen beloeren boze ogen ons. Dat blijkt uit de cijfers van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, de NVWA. Vorig jaar kwamen er 30 procent meer meldingen – van verklikkers – binnen over dierenwelzijn. Wie zijn dat?

Wellicht de burgers, die al bellen als een pony in de winter – tot eigen genoegen – in de wei blijft. Zielig? Welnee. De pony heeft een wintervacht en kan gemakkelijk 10 graden vorst aan. Hetzelfde geldt voor een koppel schapen, dat in een sneeuwbuitje met de kont in de wind het betere weer afwacht. Mensen die geen verstand van het welzijn van de dieren hebben, doen dan de mond open en roepen maar wat. En klagen bij de autoriteiten. Onnozel, maar dat kun je ze moeilijk kwalijk nemen. Ze zijn niet wijzer.

Erger is het dat de NVWA een nieuwe groep ‘verklikkers’ aanboort. Dat zijn de mensen die de boer beroepsmatig bezoeken. Zoals adviseurs van banken, de zuivelindustrie en niet te vergeten de veevoerleveranciers. Daar hoopt de NWVA de informatie vandaan te krijgen. Daar zijn ze al twee jaar actief mee bezig.

Foute boel. Als iemand op mijn erf komt om mij van dienst te zijn of voer te verkopen, dan verwacht ik niet dat die mij gaat aangeven bij het vertrouwensloket van de NWVA. Dat is kwalijk en zowel de bezoeker op het boerenerf als de voedsel- en warenautoriteit moet dit niet willen. Toch is het beleid van de NVWA hier op gericht.

Het lijkt erop dat de ambtenaren van de NWVA alles doen om zelf aan het werk te blijven. Ze voerden vorig jaar bijna 2.400 inspecties uit, 700 meer dan het jaar daarvoor. Als dat komt door extra verklikkers naar hun vertrouwensloket te lokken, dan verliezen ze nog meer het vertrouwen van de boer. En dat is al minimaal.

Beheer
WP Admin