1934: Goedkoop varkenshok van oud materiaal

Op de foto hieronder uit 1934 voert een meisje met de hand twee varkens wat losse brokken. Het zijn duidelijk landvarkens. Dit type, met de kenmerkende hangoren, liep destijds op veel boerderijen rond.

Er waren al wel boeren die zich bezig hielden met gerichte fokkerij, maar bij de meeste bedrijven lag de nadruk op akkerbouw en veehouderij. Het aantal varkens was er dan ook naar. In Nederland liepen er toen in totaal zo’n 1 miljoen rond. Ter vergelijking, anno 2020 zijn het er 12 miljoen.

_{Lees verder onder de foto}

Achterop deze foto staat de handleiding voor het varkensonderkomen dat achter het meisje te zien is: ‘Vier palen, wat gaas, prikkeldraad, een paar oude zakken en een hoop aardappelloof, meer is niet nodig om een bruikbaar varkenshok neer te zetten dat weinig behoeft te kosten.’ – Foto: Misset

Lucratieve baconmarkt in Groot-Brittannië

De foto is ooit geplaatst bij een artikel over huisvesting. Varkens waren in die tijd veelal geen gespecialiseerde tak, ze waren meer voor erbij. Ze werkten afval weg en zetten dat en passant om in vlees en spek, al waren er wel boeren die zich speciaal richtten op de lucratieve baconmarkt in Groot-Brittannië. Zij leverden ‘Londense biggen’af op een levend gewicht tussen de 45 en 60 kilo.

Crisis-Varkenswet om boeren te steunen

Toen deze lucratieve markt in de jaren ’30 crisis stil kwam te liggen, zagen ze een flink deel van hun inkomsten wegvallen. De overheid lanceerde een heel pakket aan crisismaatregelen, in 1932 onder meer de Crisis-Varkenswet. Steunprijzen lagen op of net iets boven die van bacon. Zo konden boeren even vooruit. Echter, er was ook veel kritiek op de wet, want om voor steun in aanmerking te komen, golden uiteraard voorwaarden en daar waren niet alle boeren gelukkig mee.

Hoe dan ook, de varkenshouderij mocht niet al te veel kosten en dat deed het dan ook niet, gezien de huisvesting op de foto.