<em>Foto: Roel Dijkstra</em> AkkerbouwAchtergrond

Aardappelteler heeft nog geen fooi over voor marktinformatie

BO Akkerbouw stopt met Agriprins. Het prijsinformatiesysteem kost een schijntje. Maar telers hebben er niks voor over.

De Brancheorganisatie Akkerbouw stopt op 1 april met Agriprins. Het prijsinformatiesysteem voor consumptieaardappelen is niet kostendekkend, en dat is een voorwaarde voor de BO Akkerbouw. De beëindiging van Agriprins toont 2 dingen aan. Ten eerste dat zonder breed draagvlak een initiatief als dit kansloos is. Ten tweede kun je constateren dat de aardappeltelers tweeslachtig zijn wat betreft markt- en prijsinformatie.

Ondoorzichtige markt

Om met dat laatste te beginnen: aardappeltelers klagen vaak over de macht van de verwerkers, de ondoorzichtige markt en het gebrek aan onafhankelijke prijsinformatie. ABN Amro concludeerde vorige week nog in een rapport dat de aardappeltelers zwak staan in de keten. Juist om die positie te versterken startte het Productschap Akkerbouw in 2012 met Agriprins, een online prijsinformatiesysteem. Het geeft een aardig inkijkje in wat fritesaardappelen kunnen opbrengen op de vrije markt of wat er wordt betaald voor meeleveraardappelen. Onderzoeksbureau Bartels concludeerde toen al dat Agriprins de onderhandelingspositie van de telers versterkt. Het probleem is dat telers er nauwelijks aan bijdragen. Zij melden veel te weinig transacties, een verschijnsel waar ook de landbouwbeurzen mee kampen. Akkerbouwers tonen zich zo tweeslachtig: ze betreuren het gebrek aan marktmacht, en werken er tegelijkertijd niet aan mee om dat te verbeteren.

Geen draagvlak

Agriprins werd daarom vrijwel uitsluitend gevuld met transacties van de grote aardappelverwerkers. Deze eenzijdigheid was funest voor het draagvlak van Agriprins. De Verenigde Telers Akkerbouw (VTA) hebben een eigen prijsinformatiesysteem, dat draait op transactiemeldingen van telers. Agriprins zou een directe concurrent worden van hun systeem. En de inbreng van verwerkers is heulen met de vijand, vond de VTA. En dus deed de vereniging niet mee. Ook de handel zag niets in Agriprins. De Nederlandse Aardappel Organisatie haakte af, omdat de leden/handelaren het niet wilden. Ze voorzagen dat Agriprins inzicht zou kunnen geven in de marge die zij realiseren.

Al in de testfase in 2012 was duidelijk dat Agriprins dunne pootjes had. VTA en NAO deden niet mee. Daar kwam nog bij dat telers in de testfase zeiden dat ze niet meer dan €25 per jaar willen besteden aan markt- en prijsinformatie. En dat voor een teelt waar je bij 10 cent per kilo al een omzet haalt van €5.000 per hectare.

Zuinige boeren

Ook de BO Akkerbouw, opgericht na het opheffen van het productschap begin vorig jaar, loopt tegen deze zuinigheid aan. Agriprins ging over naar de brancheorganisatie. Een abonnement levert de teler prijsinformatie op, plus de voorraadmetingen en de verwerkingscijfers. De BO Akkerbouw rekent er €55 per jaar voor. Niet meer dan 500 aardappeltelers hebben een abonnement, terwijl ruim 6.000 akkerbouwers consumptieaardappelen telen. Het blijkt dat het gros van de aardappeltelers nog geen fooi over heeft voor waardevolle marktinformatie.

Het is niet alleen een Nederlands verschijnsel. In België draait Pommak, de evenknie van Agriprins. In Vlaanderen loopt het voor geen meter. Daar moeten de aardappeltelers er voor betalen. In Wallonië loopt het wel goed, maar daar is deelname gratis.

Beheer
WP Admin