3 gevallen vogelgriep en 5 preventieve ruimingen in Gelderse Vallei

In Lunteren bij twee legpluimveebedrijven, in Voorthuizen eveneens bij een bedrijf met legkippen. Naast de drie besmette bedrijven worden vijf pluimveebedrijven preventief geruimd. Bovendien komt er een vervoersverbod in de gehele regio 7.

280.000 kippen geruimd

In Lunteren worden bij de twee besmette bedrijven in totaal 280.000 kippen geruimd. De vijf pluimveebedrijven die uit voorzorg worden geruimd, om verspreiding van het vogelgriepvirus naar de omliggende bedrijven te voorkomen, liggen in de 1-kilometerzone rondom de besmette bedrijven. Het ministerie van LNV kon gisteren nog niet aangeven hoeveel dieren preventief worden geruimd en of het leghennen, vleeskuikens, ouderdieren, kalkoenen of eenden betreft. In Voorthuizen worden 26.000 kippen op het besmette bedrijf geruimd.

Binnen de 3-kilometerzone in Voorthuizen liggen 25 en in Lunteren 52 andere pluimveebedrijven die door de NVWA worden bemonsterd voor onderzoek op vogelgriep en gedurende 14 dagen intensief gemonitord. Een deel van de bedrijven in de 3-kilometerzone werd al bemonsterd en gemonitord in verband met de besmetting in Barneveld (Gld.) van 15 april.

Vervoersverbod

In de 10-kilometerzone, waar een vervoersverbod geldt, liggen nog eens 232 andere pluimveebedrijven. Als bij de screening van de bedrijven in de 3-kilometerzone geen virus wordt aangetoond, mogen consumptie-eieren 72 uur na de uitbraak via een verslaglocatie worden afgevoerd naar een aangewezen pakstation of eierverwerker. Vleeskuikens mogen dan met een ontheffing van de NVWA naar een aangewezen slachterij worden getransporteerd.

Na de vaststelling van vogelgriep in Barneveld op 15 april werd een vervoersverbod voor risicovogels ingesteld voor de gehele regio 10, het gebied van Utrecht tot Deventer en Arnhem. Daar is nu een verbod bijgekomen in de naastgelegen regio 7, het noordwesten van Gelderland dat doorloopt tot Zwolle. Op het vervoersverbod voor risicovogels in beide regio’s geldt onder strikte voorwaarden een uitzondering voor vervoer naar de slacht en het vervoer van eendagkuikens. (zie de dierziektenviewer)

Advies Deskundigengroep Dierziekten

Er zijn nu in twee weken tijd vijf besmettingen in de Gelderse Vallei. Minister Staghouwer heeft daarom de Deskundigengroep Dierziekten gevraagd of er extra maatregelen mogelijk zijn om verdere verspreiding te beperken. “Waar tot nu toe doorgaans besmettingen waarschijnlijk veroorzaakt werden door besmetting vanuit wilde watervogels, is het de vraag hoe deze recente besmettingen in de Gelderse Vallei tot stand zijn gekomen. Het betreft een pluimveedicht gebied waar relatief weinig watervogels komen”, aldus het ministerie van LNV. Daarmee wordt gesuggereerd dat er mogelijk besmettingen van bedrijf tot bedrijf hebben plaatsgevonden. Tot nu toe waren die niet aangetoond.

Scherp blijven

Voorzitter Kees de Jong van de vakgroep pluimvee van LTO/NOP roept pluimveehouders op scherp te blijven op de hygiëneregels en het bezoekverbod van de stallen en andere bedrijfsgebouwen strikt te handhaven. “Laat niemand op je bedrijf toe tenzij strikt noodzakelijk en laat die bezoekers in- en uitdouchen.”

Sinds 3 november is er een bezoekverbod voor locaties waar pluimvee worden gehouden. Uitsluitend bezoeken voor diergezondheid, volksgezondheid en dierenwelzijn zijn toegestaan. Een dierenarts mag dus wel de stal in als er sprake is van ziek pluimvee, maar dat geldt niet voor een adviseur van een veevoerleverancier. Pluimveekoepel Avined gaat pluimveehouders erop wijzen dat ze, ook nu de ophokplicht en het vervoersverbod al enkele maanden duren, het bezoekverbod goed moeten blijven naleven om het risico op insleep van het vogelgriepvirus zo klein mogelijk te maken.

De Jong noemt het een grote tegenvaller dat de vogelgriep na enkele weken zonder besmettingen opnieuw opduikt en dan ook nog in een gebied waar veel pluimveehouderijen zijn gevestigd. De vraag rijst of de recente uitbraken een elkaar gerelateerd zijn of niet. “Zijn het individuele besmettingen vanuit de hoge infectiedruk of is er insleep van bedrijf tot bedrijf?”

NVP-voorzitter Bart-Jan Oplaat noemt de uitbraken van vogelgriep onverwacht. Veel ganzen zijn immers vertrokken en het is beter weer geworden. “Een besmetting kan altijd gebeuren, maar we hadden verwacht dat het rustiger zou worden. Nu is toch weer het hart van de Nederlandse pluimveesector getroffen.”

Preventieve ruimingen

LTO/NOP-voorzitter De Jong noemt de preventieve ruimingen pijnlijk maar noodzakelijk om de verspreiding van het virus in te dammen in gebieden met veel pluimveebedrijven. “Ik kan de redenering van het ministerie van LNV volgen. Anders bestaat de kans dat je situaties krijgt zoals in 2003 in Nederland en nu in Italië en Frankrijk; dan kun je het virus niet voorblijven.” Ook Oplaat van de NVP zegt achter de preventieve ruimingen te staan mits die door virologen goed onderbouwd kunnen worden. Overigens is er bij de op 15 april in Barneveld preventief geruimde dieren géén vogelgriep vastgesteld.

Lokale besturen

Oplaat stelt dat de besturen van gemeenten en provincies zich niet voldoende bewust zijn van de risico’s van verspreiding van het vogelgriepvirus. Hij ziet een taak weggelegd voor het ministerie van LNV om ze daarover te informeren. Hij wijst er in dat verband op dat de gemeente Barneveld, dat hij de pluimveehoofdstad van de wereld noemt, pas afgelopen weekend een park heeft afgesloten waar al in februari dode vogels zijn aangetroffen. Hij doelt hiermee op de Koewei, het grote grasveld in het Schaffelaarse bos waar ook recent nog dode vogels zijn weggehaald. De Koewei ligt in de buurt van een pluimveehouderij waar vogelgriep is vastgesteld. Hij spreekt van een potentiële besmettingsroute via bijvoorbeeld mensen met honden die daar worden uitgelaten.