Verhoogd risico op uierontsteking door klebsiëlla

De Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) waarschuwt veehouders voor meer klebsiëllamastitis dan in andere jaren rond deze tijd.

De zachte en natte winter geeft aanleiding tot meer gevallen van klebsiëllamastitis dan in een koude winter. Vooral nu de temperatuur weer in de dubbele cijfers komt, is het belangrijk om omgevingsgebonden mastitisverwekkers uit het ligbed onder de duim te houden.

Preventie begint met schone en droge ligbox

Klebsiëlla is een van die omgevingsgebonden mastitisverwekkers die onder deze omstandigheden explosief kan vermeerderen in een vochtig ligbed. Zaagsel is een berucht boxenstrooisel als het om klebsiëlla gaat, maar de bacterie komt ook veel voor in mest of grond. Een schone en droge ligbox is dan ook de beste preventie om een besmetting te voorkomen. Daarnaast zijn schone roosters van belang, handmatig de mest achter de boxen weg schuiven of een goed werkende mestrobot kan besmetting vanuit de mest voorkomen. Bij een klebsiëllabesmetting is het raadzaam om het strooisel te testen op de bacterie en besmet strooisel te vervangen.

Behandeling klebsiëllamastitis heeft weinig effect

Klebsiëllamastitis is moeilijk te behandelen, omdat de bacterie slecht reageert op een antibioticabehandeling. Koeien met een acute, ernstige mastitis kunnen hieraan doodgaan. Klinisch herstel is mogelijk, maar besmette kwartieren worden zelden vrij van de bacterie. Klebsiëlla overleeft ook lang in droogstaande kwartieren. Dus vervroegd droogzetten heeft weinig effect.

Klebsiëlla in 5 procent melkmonsters

Uit onderzoek van de GD blijkt dat ongeveer 5 procent van alle mastitismelkmonsters klebsiëlla bevat. Een koe met een chronische besmetting kan gemakkelijk andere koeien besmetten, omdat klebsiëlla via de melkmachine verspreid kan worden. Doordat een klebsiëllamastitis zo lastig te behandelen is en ook nog eens besmettelijk is, rest eigenlijk niets anders dan aangetoond besmette dieren af te voeren.