Foto: Frank Uijlenbroek AlgemeenNieuws

Pluimveehouder hoeft geen rekening te houden met oneigenlijk gebruik bedrijfswoning

Een pluimveehouder uit Lunteren mag zijn bedrijf uitbreiden ondanks bezwaren van de bewoner van een bedrijfswoning. Tot dat oordeel kwam de Raad van State (RvS).

De pluimveehouder wil zijn bedrijf uitbreiden naar 180.000 leghennen, daarvoor moet het bouwblok worden vergroot van ruim 7.200 m2 naar 9.750 m2.

Tegen de in 2014 door B&W van de gemeente Ede verleende omgevingsvergunning maakte een bewoner van de voormalige bedrijfswoning bezwaar omdat hij vreest dat de uitbreiding van de pluimveehouderij zijn woon- en leefklimaat ernstig zal aantasten. De gemeente had ten onrechte nagelaten een onderzoek te doen naar de luchtkwaliteitsnormen bij de woning, aldus de bezwaarmaker. De rechtbank Gelderland was het met de bezwaarmaker eens en vernietigde de omgevingsvergunning.

Oneigenlijk gebruik bedrijfswoning

De RvS is het echter niet eens met die zienswijze van de rechtbank en veegt het aangevoerde bezwaar compleet van tafel. De gemeente hoeft bij het verlenen van een omgevingsvergunning in redelijkheid geen rekening te houden met het oneigenlijk gebruik van een agrarische bedrijfswoning als burgerwoning. Volgens het bestemmingplan is de betreffende woning gekoppeld aan het bedrijf, daar mag de gemeente van uit gaan, aldus de RvS, het in strijd met de bestemmingsplan gebruiken van de bedrijfswoning speelt geen rol. De rechtbank heeft de omgevingsvergunning ten onrechte vernietigd, de pluimveehouder mag zijn bedrijfsuitbreiding realiseren.

Beheer
WP Admin