RundveeAchtergrond

Zet showkoeien eens op beton

Poos Stadel Classic is hot, maar ik word niet warm van wat ik ervan in de stal zie. Dan heb ik het nog niet over prijs, slechte gehalten en mortellaro-gevoeligheid.

De vacuümpomp voor de melkmachine heb ik aan de buitenmuur bevestigd, net als het koelaggregraat. Ze hangen er mooi droog onder de overstek en de herrie blijft buiten. Heel slim vind ik zelf. Helaas zat laatst de vacuümpomp vastgegevroren en het duurde even voor ik dat doorhad. Daardoor miste ik de CRV Oost-show. Naar wat ik ervan teruglees, was het de zoveelste zegetocht van Pons Stadel Classic. Deze stier beleeft nu zijn hoogtepunt, zijn dochters winnen alle roodbontkeuringen. Net zoals zijn moeder ook vele keuringen won. Dit komt goed uit voor CRV, want Classic is een van de meest verkochte stieren. Ook de export loopt geweldig.
Het verhaal van Classic is bekend. Ondanks dat er veel deskundigen rondlopen in de fokkerijwereld werd Poos Stadel telkens genegeerd. Niet alleen door CRV, maar door alle ki’s die regelmatig stieren kochten en koeien lieten spoelen op het fokbedrijf. Alleen de liefde voor de fokkerij en het doorzettingsvermogen van de tussenhandelaar en de huidige eigenaar hebben hem zover kunnen brengen.

Voordeel van de twijfel

De volgende stap was voor Classics zonen. Vader Stadel gaf in Europa vele fokstieren. Een enorm hoog percentage zonen slaagde. Stadel was zelf ook zo’n toevalstreffer. Omdat er Cleitus-bloed in zat, is hij ingezet. Maar eigenlijk zag men niet zoveel in hem. Dat toeval zit voor een groot deel in de fraaiheid die in de moederlijn zit: de afwerking van het type en de uiers. Daardoor kreeg deze stier het voordeel van de twijfel.
Behalve Classic zijn er niet veel andere Stadel-zonen die indruk maken. De euforie is een beetje weggezakt. Het probleem zit hem toch weer in het beenwerk. Stadel scoort niet meer dan 87 voor Mortellaro-resistentie. Dat betekent dat een onevenredig groot deel van zijn dochters problemen krijgen met deze klauwaan-doening. Vader Stollberg scoort 91. Classic 92. Ik lees in de vakliteratuur dat er getwijfeld wordt aan het nut van dergelijke cijfers. Maar je ziet hier voor je dat deze klauwaandoening zeer erfelijk is. De aanleg ervoor wordt van grootvader naar zoon naar kleinzoon doorgegeven. Natuurlijk zijn de omstandigheden op melkveebedrijven zeer wisselend. Maar dieren die Mortellaro-gevoelig zijn krijgen dat, ook op bedrijven waar qua management er alles aan gedaan wordt om besmetting te voorkomen. En dan is de schade heel groot.

Niet enthousiast

Toen Classic kwam, was er bij roodbont dringend behoefte aan een nieuwe stiervader. Hij werd gezien als een stier die goed beenwerk zou brengen en daarmee is hij gepaard met stiermoeders met gemiddeld beenwerk. Van wat ik er hier op stal van zie, word ik niet enthousiast. Het eiwit en de benen van de kleindochters zijn ondergemiddeld. Van tijdgenoot Kian is een aantal zonen nooit op de stierenkaart gekomen omdat er geen plek voor ze was, ondanks hun kwaliteiten. Veel te veel Kian-zonen slaagden.
Van Classic verwacht ik ook goede zonen, maar niet met een hoog slagingspercentage. Ki’s zal dit worst wezen, als ze maar weer een nieuwe topper hebben. Overigens remt niet alleen de Mortellaro-gevoeligheid, maar ook de kleine plus in de melk, de extreme vetverlaging en de dikke min in het eiwit. Maar dit kan ook voortkomen uit de klauwproblemen. Doordat een aantal dochters minder goed loopt, daalt de fokwaarde. Daar zit nog verborgen rendement.
Overigens is de duurzaamheid wel hoog. Sterke punten zijn ook de enorme hoogtemaat en bovengemiddelde inhoud. Maar daar heb ik niks aan. Classic-dochters lopen gemiddeld driekwart jaar langer. Opvallend cijfer, gezien ook het ondergemiddelde celgetal. Kortom, het is niet mijn stier, alle mooie verhalen en toevallig-heden en keuringsresultaten ten spijt. Het zijn de cijfers die spreken. Ik vraag me telkens af of Classics zouden winnen als keuringen op een betonvloer werden gehouden

Beheer
WP Admin